U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 15 oorkonden
1191

Hendrik, heer van Cuijk, draagt met instemming van zijn echtgenote Sofie en hun zoon Albert het allodium te Herpen op aan Hendrik I, hertog van Brabant, die het hem in leen geeft met een vergoeding van 40 mark Keuls en de tiend van Heesch.

1236 september 15

Folpert van de Lek komt met Hendrik, heer van Cuijk, overeen dat, indien een zoon geboren wordt uit het huwelijk van Folpert met Margareta, zuster van Hendrik, deze de helft van zijn goederen in Holland zal erven en zal houden van de heren van wie Folpert ze houdt. Indien er een dochter wordt geboren, dan zal zij die helft houden van Folperts oudste zoon. Tevens wijst hij aan Margareta uit diezelfde goederen een jaarlijkse lijfrente toe van honderd pond Hollands en belooft dat de door hem gestelde borgen te Utrecht in leisting zullen gaan ingeval een en ander niet binnen twee jaar en zes weken zal zijn nagekomen.

1244 (april 1 - 1245 april 15)

Hendrik III, heer van Cuijk, schenkt aan de abdij Mariënweerd zijn deel in het patronaatsrecht van de kerk van Beesd, dat hij samen met het kapittel van Sint-Marie te Utrecht en de graaf van Gelre heeft.

1265 april 29

Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.

1274 maart 16

Nicolaas Lillart, Gerard, zoon van Hendrik Graet, de weduwe van Hendrik en de andere zonen van Hendrik Graet, burgers van ’s-Hertogenbosch, verklaren dat zij de tiend van Megen voor een periode van vijftien jaar hebben gepacht van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht tegen een jaarlijkse som van drie mark Keuls en dat zij prior en convent van het Wilhelmietenklooster Porta Celi te ’s-Hertogenbosch als borgen voor de betaling en de betalingsvoorwaarden hebben aangesteld en dit verklaren onder het zegel van prior en convent.

1291 mei 1

Jan I, heer van Cuijk, schenkt voor de opvang van de armen in een gasthuis te Grave en de bouw van een altaar aldaar een jaarlijkse rente van twintig pond Leuvens uit zijn cijnzen en tienden te Grave alsmede een jaarlijkse rente van vijf pond van Wellen van Gennep, bestemt vijftien pond daarvan voor het opdragen van de dagelijkse H. Mis op het altaar en wijst de bediening toe aan Hendrik van Grave, zoon van Hubert, priester. Zolang de bouw van het gasthuis niet voltooid is, zal de mis in de parochiekerk te Grave opgedragen worden.

1296 mei 2

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik Brokehoven erkend heeft dat hij zijn goederen te Geldrop, gekocht van Arnoud genaamd Nolleken Dicbier, verkocht heeft aan Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch, echtgenoot van Bata Bicken, en dat hij beloofd heeft Jan in deze goederen te vesten ten overstaan van de geëigende hoven.

1301 mei 1

Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Haec verkoopt aan Jan, zoon van Lidekin, een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn huis en erf te Grave.

1302 oktober 6

Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik, zoon van Hendrik IJzerlap, verkoopt aan Jacob van Haps een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonerf.

1306 juli 3

Moerbezitters te Zevenbergen, woonachtig binnen de kasselrij van Brugge-ambacht, stellen Hugo Storm en Willem Balling van Oostburg aan om het moer te Zevenbergen uit te baten en te voorzien van spuien en waterlopen en geven hun de bevoegdheid om schot te heffen.

Document acties