U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1265.04.29
1265 april 29

Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.

Originelen
A1. Utrecht, Het Utrechts Archief, toegangsnr. 223, archief kapittel van Oudmunster, inv. nr. 756-3, onderste helft van chirograaf. Gelinieerd.

Aantekening op de voorzijde: door de teksthand of een gelijktijdige hand: † IN NOMINE PATRIS ET FILII ET SPIRITUS SANCTI AMENa (onderste gedeelte van de afgesneden letters). – Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: II, de bonis in Altenae (doorgestreept). – 2o door 14e-eeuwse hand: Littere Theoderici de Hoerne de bonis in Althena, sub anno M CC LXVo. – 3o door 15e-eeuwse hand: p. II.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd, dubbel doorgestoken zegel van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, zwaar beschadigd, van bruine was, met zwaar beschadigd tegenzegel CS1. – S2 uithangend bevestigd, dubbel doorgestoken zegel van Dirk, zoon van Willem I, heer van Altena, gaaf, van bruine was.

A2.

Dülmen, Herzog von Croy'sches Archiv, Archiv Herzögliches Haus, Erb- und Familienprozesse, Charters Horn M III 1, oorkonde ad datum 1265 april 29, bovenste helft van chirograaf. Gelinieerd. Links in marge aantal gaatjes, vermoedelijk voor de bevestiging van een retroacte.

Aantekening op de voorzijde: door de teksthand of een gelijktijdige hand: † IN NOMINE PATRIS ET FILII ET SPIRITUS SANCTI AMENb (bovenste gedeelte van de afgesneden letters). – Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Sancti Saluatoris Traiectensis.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd, dubbel doorgestoken zegel van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, beschadigd, van witte was, met beschadigd tegenzegel CS1. – S2 uithangend bevestigd, dubbel doorgestoken zegel van Dirk, zoon van Willem I, heer van Altena, randschrift beschadigd, van witte was.

Uitgaven
a. Van den Bergh, OHZ II, 59-60, nr. 125 (gedateerd 1265 april 22), naar A1. – b. Ketner, OSU III, nr. 1658, naar a.
Regesten
Brom, Regesten sticht Utrecht, I, 294, nr. 1577. – Korteweg, Rechtsbronnen Woudrichem, 9, nr. 18.
Samenhang
Willem I van Horn, heer van Altena, verwierf deze pacht in 1242 na de dood van Dirk van Altena, zie Van Synghel, DONB, nr. 1242.06.30(na 1242.06.00). Voor het geschil tussen het kapittel van Oudmunster en de heer van Altena over deze verpachting begin veertiende eeuw, zie DONB nrs. 1301.01.28, 1301.03.27, 1301.03.31, 1301.06.28a en 1301.06.28b.
Ontstaan en tekstuitgave
A1 en A2 zijn door dezelfde hand geschreven. Hoewel er sprake is van tekstverwantschap tussen onderhavige oorkonde en Van Synghel, DONB, nr. 1242.06.30(na 1242.06.00), is deze te gering om deze oorkonde te beschouwen als naoorkonde. Onderhavige oorkonde is wel de vooroorkonde van Van Synghel, DONB, nr. 1301.06.28a.
Afbeelding 11265.04.29A1voorzijde
Afbeelding 21265.04.29A1achterzijde
Afbeelding 31265.04.29A2voorzijde
Afbeelding 41265.04.29A2achterzijde
Volledig scherm

Magisterc Henricus, decanus, totumque capitulum ecclesie sancti Saluatoris in Traiecto omnibus presentia visuris et audituris salutem in vero salutari.

Noverit universitas vestra quod bona que tenuit a nobis nobilis vir Wilhelmus, dominus de Altenae bone memorie, sub annuo pacto viro nobili Theoderico, filio eiusdem Wilhelmi, concessimus sub pacto viginti sex marcarum Coloniensis, pro qualibet marca viginti septem solidis et sex denariis Traiectensium legalium denariorum computatis, nobis solvendarum annis singulis sine nostris laboribus et expensis in nostra ecclesia in die Nativitatis beati Iohannis Baptiste vel prius et ecclesiam nostram in omne tempus sequens tamquam fidelis pactionarius ecclesie nostre in bonis acquisitis vel adhuc postmodum acquirendis pro suo posse et nosse fideliter promovebit. Ad huiusmodi vero solutionem debito die ac loco faciendam ac inpensa promotionis in bonis nostris facienda suo iuramento prestito in altari sancti Saluatoris predicti corporaliter presente capitulo nost[r]od ac quibusdam ministerialibus suis firmiter se astrinxit. Et si ipsum Theodericume dictum pactum dicto die solvere non contigerit, dictus Theodericus personaliter cum duobus militibus Traiectumf intrabit, inde non exiturus nisi prius dictum pactum cum dampnis et expensis exinde provenientibus cum integritate debita fuerit persolutum. Adiectum est etiam quod quicumque legitimus heres ipsius Theoderici in bonis predictis extiterit, in receptione eorumdem bonorum dabit ecclesie nostre ad vinum in recognitionem receptionis decem marcas Coloniensisg, pro marcah viginti septem solidis et sex denariis, ut dictum est, computatis, antequam se de bonis predictis aliquo modo intromittat.

In cuius rei testimonium presens scriptum sigillo nostre ecclesie et sigillo dicti Theoderici fecimus sigillari ad perpetuam firmitatem. Ego vero Theodericus predictus, qui presentibus sigillum meum apposui, recognosco me ad omnia et premissorum singula obligatum.

Datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo quinto, feriai quartaj ante Philippik et Iacobil apostolorumm.

a
hierna de onderzijde van een stervormig sluitingsteken A1.
b
hierna de bovenzijde van een stervormig sluitingsteken A2.
c
versierde initiaal A1 en A2, aanvangsteken in de marge A1.
d
gaatje in perkament A1.
e
Theodericum A2.
f
Traiectum A2.
g
Colonienses A2.
h
hierna viginti geëxpungeerd A2.
i
gedeeltelijk onder de pliek A1 en A2.
j
gedeeltelijk onder de pliek A1 en A2.
k
gedeeltelijk onder de pliek A1 en A2.
l
gedeeltelijk onder de pliek A1 en A2.
m
gedeeltelijk onder de pliek A1 en A2, hierna sluitingsteken A1 en A2.

Document acties