U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 16 oorkonden
(1)300 november 23

Willem II, heer van Horn en Altena, bepaalt bij testament dat jaarlijks twintig pond bestemd is voor een altaar in het klooster van Keizerbosch van een bedrag van 200 pond zwarte Tournoois, gevestigd op tienden en goederen te Rijswijk (bij Woudrichem).

1301 januari 28

Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht en Willem III, heer van Altena, dragen de beslissing in het geschil over de betaling van pachtgoederen te Altena op aan Dirk, proost van Oudmunster, broer van Willem, en beloven zich aan zijn uitspraak te onderwerpen.

1301 maart 27

Gerard, heer van Altena, hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst door deken en kapittel van Oudmunster en wijlen Willem III, heer van Altena, zijn broer en voorganger, ter beëindiging van hun geschil over pachtgoederen te Altena en belooft zich aan de uitspraak van Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht, te onderwerpen.

1301 maart 31

Dirk van Altena, proost en aartsdiaken van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, doet uitspraak in het geschil tussen deken en kapittel van Oudmunster enerzijds en wijlen Willem III, heer van Altena, en Gerard van Horn, heer van Altena, inzake de betaling van pachtgoederen te Altena.

1301 juni 28

Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht geven de goederen die Willem II van Horn, heer van Altena, van hen in pacht hield, aan diens zoon Gerard tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Gerard zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.

1301 juni 28

Gerard van Horn, heer van Altena, erkent de goederen te Altena van het kapittel van Oudmunster te Utrecht in pacht te houden op de voorwaarden vervat in de uitspraak d.d. 31 maart 1301. (Deperditum)

1302 september 11

Arnoud, graaf van Loon en Chiny, hecht zijn goedkeuring aan de toekenning van alle leengoederen door zijn leenman Gerard, heer van Horn (en Altena), aan diens echtgenote Johanna, vrouwe van Gaasbeek, met uitzondering van de burcht van Horn.

1306 april 16

Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.

1308 juni 21

Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht verpachten aan Gerard, heer van Altena en Horn, ridder, de grote en kleine tienden van Poederoijen voor twaalf jaar tegen een jaarlijkse rente van 36 pond Tournoois en treffen een regeling voor de overname door zijn oudste wettige zoon, mocht Gerard binnen de gestelde twaalf jaar overlijden.

1310 juni 7

Willem de Boc, Jan van der Dussen, Jan van Rijswijk, ridders, Dirk de Borchgrave en Robijn Lodewijks Bokelerszn., knapen, leenmannen van Gerard, heer van Horn en Altena, oorkonden dat Vastraad Arnoudszn. van Giessen ten overstaan van hen afstand doet van alle goederen en rechten die hij en zijn voorouders houden van de heer van Horn en Altena, met uitzondering van Poederoijen, in ruil waarvoor Gerard, heer van Horn en Altena, Vastraad beleent met de rechtspraak te Giessen en Andel tot een bedrag van tien schelling.

Document acties