U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 8 oorkonden
1242 (april 18) - 1243 (april 10)

Willem, ridder, heer van Strijen, en zijn broers Hendrik en Hugo schenken aan de abdij Ter Doest bij wijze van instemming met de schenking door hun voorgangers het goed Heiligenberg met wildernis, moergrond, lage rechtsmacht en tiend alsmede de wateren binnen de omschreven grenzen en het visrecht, met name in de Grauinnen Sloed, en de halve visserij van de Mark.

1244 april 26

Willem, heer van Strijen, en zijn broers Hendrik en Hugo hechten hun goedkeuring aan de schenking door hun voorgangers van het goed Heiligenberg met wildernis, moergrond, lage rechtsmacht en tiend en dragen dit ook als schenking over aan de abdij Ter Doest. Tevens schenken zij binnen de omschreven grenzen van dit gebied de wateren met het visrecht, in het bijzonder in de Grauinnen Sloed, en de Mark tot halverwege de stroom met het visrecht en het recht om staalbomen te plaatsen, en staan de abdij toe de Grote Vorre af te dammen op voorwaarde dat zij een watergang aanleggen en onderhouden van de Grauinnen Sloed naar de Kleine Vorre.

1287 mei

Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewijch geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Willem Betten (van Aardenburg) ten behoeve van het Sint-Janshospitaal te Brugge honderd bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van achttien penning Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van drie penning Hollands per last gedolven turf en stellen het Sint-Janshospitaal vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Tevens verbinden Willem en Hadewijch zich ertoe op eigen kosten openbare wegen aan te leggen. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.

1287 mei

Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewijch geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Willem Betten van Aardenburg ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Brugge veertig bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van achttien penning Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van drie penning Hollands per last gedolven turf en stellen de Tafel van de Heilige Geest vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Tevens verbinden zij zich ertoe op eigen kosten openbare wegen aan te leggen. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.

1287 mei

Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewich geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan de abdij van Zoetendale zestien bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van twee schelling Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van vier penning Hollands per last gedolven turf en stellen de abdij vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.

1295 januari 15

Floris V, graaf van Holland en Zeeland, en heer van Friesland, doet na het overlijden van Willem, heer van Strijen, uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Nicolaas, (heer) van Putten, rechtsopvolger en schoonzoon van Willem, anderzijds, en wijst Heiligenberg als vrij eigen goed toe aan de abdij, met uitzondering van de hoge rechtsmacht die toekomt aan Nicolaas, zijn echtgenote en hun nakomelingen. De abdij betaalt aan Nicolaas honderd pond nieuw Hollands en zal twee priesters aanwijzen die te Krabbendijke of in een te bouwen kapel te Heiligenberg de missen zullen opdragen voor het zielenheil van de voorouders van Willem, heer van Strijen, en Floris III.

1297 juni 28

Nicolaas, (heer) van Putten, en zijn echtgenote Aleid, dochter van Willem, heer van Strijen, beloven zich te houden aan de uitspraak, gedaan door Floris V, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, d.d. 15 januari 1295, inzake de rechten van Nicolaas en de abdij van Ter Doest op het goed Heiligenberg. Jan I, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, bezegelt mede.

1306 december (25-26)

Hugeman van Strijen, ridder, heer van Zevenbergen, schenkt ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Volcwijf Brusch, grootmeesteres van het Sint-Elizabethbegijnhof te Gent, ten behoeve van de infirmerie zes bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van twee schelling per bunder met de verplichting tot het betalen van vier penning per last gedolven turf en belooft het Sint-Elizabethbegijnhof dit moergebied tot hetzelfde recht te houden als het moer van Gerard (van de Spijker) en van de Vlamingen te Zevenbergen.

Document acties