Lijstweergave
- 1260 juli 27
-
Dirk, graaf van Kleef, en zijn broer Dirk Loef beslechten op raad van Otto II, graaf van Gelre, Willem, heer van Altena, Dirk, heer van Herlaar, Hendrik van Meerwijk, Bertold, heer van Ooij, Hendrik van de Lek en G. van Hurst het geschil tussen Jan, heer van Heusden, en zijn broers Robert en Hendrik inzake de nagelaten leengoederen van hun vader, waarbij Jan zich de hoge rechtspraak en de dijkschouw te Heesbeen en Doeveren voorbehoudt.
- 1262 oktober 26
-
Meester Reinier, scholaster van Tongeren, provisor van Hendrik II (van Leez), bisschop van Luik, beslecht de geschillen tussen Willem I, heer van Altena, proost van de kerk van Kortessem, en deken en kapittel van Kortessem.
- 1263 januari
-
Otto II, graaf van Gelre, beleent Willem I, heer van Altena, met de tiend, de bijbehorende lage rechtsmacht en het dijktoezicht van Rodengooi en staat hem toe om dit behoudens de hoge rechtsmacht aan de abdij van Villers in cijns over te dragen.
- 1263 oktober 13
-
Willem I, heer van Altena, en zijn echtgenote Heilwich verkopen met instemming van Willem, hun eerstgeborene, aan de abdij van Villers de tiend van Rodengooi met het dijktoezicht en de lage rechtsmacht, die zij in leen hielden van de graaf van Gelre, alsmede de tiend van Schalkwijk met het dijktoezicht en de lage rechtsmacht tegen een jaarlijkse cijns van een gouden penning en drie schelling Leuvens, te voldoen te Woudrichem. De hoge rechtsmacht te Rodengooi en Schalkwijk blijft in handen van respectievelijk de graaf van Gelre en de heer van Altena.
- 1264 oktober 1
-
Willem I, heer van Altena, en zijn echtgenote Heilwich maken bekend dat zij onder voorbehoud van de hoge rechtsmacht de tiend en goederen te Schalkwijk met het dijktoezicht, eertijds door Dirk Borchman en zijn echtgenote Gisela van hen in leen gehouden, alsmede de helft van de tiend van Rodengooi met de lage rechtsmacht en het dijktoezicht, onder voorbehoud van de hoge rechtsmacht door Otto II, graaf van Gelre, aan Willem en Heilwich in leen gegeven, met instemming van de graaf verkocht hebben aan de abdij van Villers tegen een jaarlijkse cijns van een gouden penning en drie schelling Leuvens, en dat zij eveneens de grond te Schalkwijk, die ridder Arnoud van Giessen van hen in leen hield, samen met de bijbehorende tiend, de lage rechtsmacht en het dijktoezicht overdragen aan de abdij van Villers. Alle genoemde goederen te Schalkwijk en Rodengooi zullen vallen onder het rechtsgebied van Woudrichem.
- 1265 april 29
-
Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1272 augustus 1
-
Dirk III, heer van Altena, verklaart dat hij deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht niet zal hinderen bij de verkoop van de tiend van Woudrichem, Giessen en Andel.
- 1275 november 1
-
Willem II, heer van Altena en Horn, verklaart dat tussen hem en de stad Utrecht een verzoening is tot stand gekomen.
- (1227-1279)
-
Oorkonde(n) in het bezit van of uitgevaardigd door Arnoud IV, graaf van Loon, in 1291 in het bezit van de heer van Horn. (Deperditum)
- 1282 december 12
-
Reinoud I, graaf van Gelre en hertog van Limburg, oorkondt dat Willem II, heer van Horn (en Altena) en zijn eerstgeboren zoon Willem, ten behoeve van de abdij van Thorn afstand doet van alle heffingen en beden die hij als voogd van het land van Thorn kan heffen.