Wanneer werden oorkonden gemaakt?

Oorkonden zijn er al vanaf de Romeinse tijd, zo'n 2000 jaar geleden. De kennis van het geschreven woord werd door de Romeinse veroveringen over grote delen van Europa verspreid. Juist mede doordat de Romeinen zoveel van hun wetten, regels en afspraken opschreven, konden ze zo'n machtig rijk opbouwen.
Maar in de vierde eeuw brokkelde die macht steeds verder af. Er brak een verwarrende tijd aan in Europa. Veel volksstammen gingen op zoek naar vruchtbaardere en rijkere gebieden om zich te vestigen. Zo joegen ze andere volkeren op de vlucht, die op hun beurt ook weer naar nieuwe leefgebieden op zoek gingen.
In die periode ging veel van de kennis en techniek van de Romeinen verloren. Zo ook het gebruik van het schrift en het opstellen van oorkonden in wat tegenwoordig Nederland is. Iets zuidelijker, bij de Merovingen, bleven die kennis en vaardigheden wel in gebruik.

Vanaf de zevende eeuw brachten priesters en monniken niet alleen het christelijke geloof naar de Nederlanden en andere landen in Noordwest-Europa, maar ze namen ook weer de kennis van het schrift met zich mee.
Karel de Grote (tussen 768 en 814 eerst koning en later keizer van een groot deel van Europa) besefte hoe belangrijk het voor de rust en vrede in zijn rijk het was om gebruik te maken van geschreven bronnen. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van het onderwijs in West-Europa en stimuleerde het schrijven van boeken en documenten.
De oudste oorkonden in onze streken stammen uit deze periode, maar de meeste afspraken werden nog steeds in manifestaties ten overstaan van het volk gemaakt. Doordat iedereen er getuige van kon zijn, bleven die afspraken in het geheugen van de mensen gegrift. Denk maar aan de ridderslag of de kroning van een nieuwe koning.
Alle rituelen die daarmee gepaard gingen, waren toen heel gewoon. Maar als je er met moderne ogen naar kijkt, is het niet allemaal even logisch. In de film 'Monty Python and the Holy Grail' wordt bijvoorbeeld de draak gestoken met de manier waarop de beroemde koning Arthur aan de macht kwam. Klik hier voor de betreffende passage.

Toen in de elfde-twaalfde eeuw de welvaart in Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden door de technische en wetenschappelijke vooruitgang in een stroomversnelling raakte, kregen de mensen ook steeds meer behoefte om hun afspraken op papier te zetten. Kanselarijen van hoge edelen, kloosters, kerken en steden, maar ook zelfstandige notarissen schreven vele duizenden oorkonden.
Dat ging voorlopig allemaal in het Latijn, de taal van de kerk. Maar vanaf de dertiende eeuw kozen de mensen er meer en meer voor om oorkonden in hun eigen taal te schrijven, zodat ze het ook zelf konden lezen. De oudste oorkonde in de Nederlandse taal stamt uit 1249.

Tot op de dag van vandaag stellen notarissen akten op die sterk verwant zijn aan de middeleeuwse oorkonden.