U bent hier: Home Database Oorkonden

1298.04.04(na 1297.04.11)
1297 (april 12-1298 april 4)

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Arnoud Pape van Heeswijk een jaarlijkse erfcijns van 7 schelling en 6 penning Leuvens, gevestigd op goederen te Geldrop van Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch en echtgenoot van Bata Bicken, verkocht heeft aan Jan.

Origineel

A. 's-Hertogenbosch, SA, archief van de Tafel van de Heilige Geest, reg. nr. 27a.

Aantekening op de achterzijde: 1o door begin veertiende-eeuwse hand: VII1/2 s. siars die Arnt Pape van Hesewiic vercoft Ianne van Hanewiic aen den goede gheleghen te Gheldorp.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Arnoud Rover, schepen van 's-Hertogenbosch, beschadigd, van bruine was. S2 uithangend bevestigd zegel van Nicolaas van Megen, schepen van 's-Hertogenbosch, zwaar beschadigd, van bruine was.

Uitgave
Van Synghel, 'Editie schepenoorkonden', 413-414, nr. 6, naar A.
Regest
Zie Van Synghel, 'Editie schepenoorkonden', 413-414, nr. 6.
Ontstaan
Onderhavige oorkonde is geschreven en geredigeerd door Daniel, de eerste stadsklerk van ’s-Hertogenbosch. Deze scriptor is werkzaam voor de stad Den Bosch van 1281 tot en met 1311, zie Van Synghel, ‘Actum in camera’, 41-42 en 272-273.
Datering

Voor de datering van de dertiende- en veertiende-eeuwse schepenoorkonden van 's-Hertogenbosch is Camps in het ONB uitgegaan van het gebruik van paasstijl door de stad Den Bosch, in navolging van de kanselarij van de hertog van Brabant. Een concreet bewijs voor paasstijl is de begin veertiende-eeuwse oorkonde d.d. 27 februari 1310 (zie Camps, ONB I-1, XXI). Het gebruik van de paasstijl is hier aangenomen.

Afbeelding 11298.04.04(na 1297.04.11)voorzijde
Afbeelding 21298.04.04(na 1297.04.11)achterzijde
Volledig scherm

Nosa Arnoldus Rouer et Nycholaus de Meghen, scabini in Buschoducis, notum facimus universis quod coram nobis Arnoldus dictus Pape de Hezewiic annuum et hereditarium censum septem solidorum et sex denariorum Louaniensium quem se habere dicebat annuatim ad bona Iohannis dicti de Hanewiic, mariti Bate dicte Bicken, nostri conburgensis, sita in Gheldorpe hereditarie vendidit predicto Iohanni dicto de Hanewiic, nostro conburgensi, pro vero allodio, supportavit eidem Iohanni ad manum suam et effestucando resignavit modo in allodialibus consueto, promittens coram nobis ut debitor principalis se de hoc dicto Iohanni debitam et iustam warandiam per annum et diem, sicut de vero allodio adversus quemlibet volentem ad ius venire prestiturum. Et de warandia huiusmodi prestanda dictus Arnoldus, venditor, Willelmum dictum Bakelman fideiussorem dicto Iohanni constituit coram nobis.

In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus sunt appensa.

Datum anno Dominib Mo CCo nonogesimo septimoc.

a
vergrote initiaal A.
b
vanaf Domini gedeeltelijk onder de pliek geschreven A.
c
hierna sluitingsteken A.

Document acties