U bent hier: Home Database Vertalingen Overzicht

1307 april 26, ONB II nr. 1476

Theobald (van Bar), bisschop van Luik, staat de inwoners van Heerle toe, vanwege de grote afstand tot de parochiekerk van Bergen op Zoom, een daarvan onafhankelijke doopkapel te bouwen, waaraan permanent een priester voor de zielzorg verbonden zal zijn, en stelt diens inkomsten ten bedrage van 20 pond kleine Tournoois per jaar uit 7 bunder bouwland vast, alsmede de opbrengst van de kleine tiend en het offerblok.

Uitgave

Dillo-Van Synghel, Oorkondenboek van Noord-Brabant, II, nr. 1476.

Tekst

In nomine Domini, amen.

Theobaldus, Dei gratia et apostolice sedis gratia Leodiensis episcopus, universis tam presentibus quam posteris presentium inspectoribus salutem et gratiam in Christo.

Inter ceteras sollicitudines, quibus ex debito commissi nobis regiminis cotidie applicamur, que ad pacem subditorum ecclesie transquillitatem ac divini cultus augmentum introducunt, querere et prosequi potissime nos oportet.

Sane cum per inquisitionem de mandato nostro rite factam, repperimus villam de Harella nostre diocesis tantum distare ab ecclesia sua parochiali de Berghen supra Zoen quod tempore hyemali inundatione aquarum pluralium investitus de Berghen pro sacramentis exhibendis, audiendis confessionibus et penitentiis iniungendis ad populum dicte ville de Harella non valet accedere, nec ipse populus ad ecclesiam de Berghen predictam absque maxima difficultate, ita quod interdum homines dicte ville de Harella sine eucharistie et extreme unctionis sacramentis, quod dolentes referimus, moriebantur et quando contingebat decedentium corpora propter hoc per biduum vel triduum in domibus detineri, non sine scandalo et periculis animarum, et quod preter maiorem decimam frugum cum decima novalium, tam presencium quam futurorum, quas investitus dicte parochie ecclesie de Berghen sibi suisque successoribus reservavit, bona ad valorem annuum viginti librarum Turonensium parvorum, scilicet sex boneria terre arabilis, sita inter hereditates Iohannis de Spella et Helewigis filie Sigri ex una parte et viam publicam versus partes orientales ex altera, item unum bonerium terre arabilis, situm inter hereditatem Helewigis Sigeri ex uno latere et Iohannis de Spelle ex alio, per homines dicte ville de Harella spiritu devocionis accensos, ac minuta decima cum oblacionibus ad altare offerendis et obventionibus ac proventibus aliis ecclesiasticis eiusdem loci de Herella quibuscumque per investitum dicte matricis ecclesie de Berghen cum consensu abbatisse, prepositi et capituli ecclesie Nivellensis, patronorum dicte matricis ecclesie, tradita sunt et assignata pro capella una in dicta villa de Harella construenda ad opus rectoris eiusdem, qui pro tempore fuerit in futurum. Omnis capelle constructioni concurrunt unanimiter assensus archidiaconi, dictorum patronorum et investiti dicte matricis ecclesie de Berghen, necnon domini temporalis, scilicet scabinorum ac totius communitatis ville de Berghen predicte, sicut ex eorum litteris supplicationis pro fundatione dicte capelle in Harella nobis directis lucidius apparet et in eis vidimus contineri.

Quorum supplicationi propicius inclinati, prehabito iuris peritorum consilio, volentes scandalis et periculis huiusmodi more boni pastoris obviare et hominum de Harella consulere paci et quieti, concedimus ut in dicta villa de Harella construatur capella baptismalis in loco honesto, habili et decenti cum bonis et iuribus predictis, rectorem perpetuum habitura, presentandum illi cui de iure vel consuetudine fuerit presentandum, qui curam gerat animarum ibidem et populo in Harelle perpetuo ministret omnia ecclesiastica sacramenta, dicta bona prefate capelle assignata, ut quidquid super traditione, translatione et assignatione bonorum eorundem ad opus dicte capelle factum est, eidem capelle perpetuo confirmantes, salvo in aliis nostro archidiaconi loci, patronorum et matricis ecclesie iuribus universis.

In cuius rei testimonium et munimen, ut premissa rata et inconcussa permaneant et a nullo ullo numquam tempore infringantur, presentes litteras fecimus nostri sigilli appensione communiri.

Datum Leodii, anno Domini millesimo tricentesimo septimo, feria quarta post dominicam Cantate.

Vertaald door Geertrui Van Synghel

Theobald, bisschop van Luik, heeft na het onderzoek dat op zijn bevel op correcte wijze is verricht, ontdekt dat de plaats Heerle in zijn bisdom zover verwijderd is van haar parochiekerk te Bergen op Zoom, dat de pastoor van Bergen op Zoom door de vele overstromingen in de winter niet naar de inwoners van Heerle kan komen voor het toedienen van sacramenten, het afhoren van de biecht en het opleggen van straffen en dat de inwoners van Heerle niet zonder grote moeilijkheden naar Bergen op Zoom kunnen komen. Bijgevolg sterven de inwoners van Heerle zonder eucharistie en de laatste sacramenten en blijven de lichamen van de overledenen twee of drie dagen in huis liggen, wat niet zonder ergernis is en een gevaar voor de zielen. Ook heeft hij vernomen dat de pastoor van de moederkerk van Bergen op Zoom met toestemming van de abdis, proost en het kapittel van Nijvel, beschermheren van de moederkerk, voor de bouw van een kapel te Heerle ten behoeve van de priester, wie het ook zou zijn in de toekomst, goederen heeft overgedragen en toegewezen tot een waarde van twintig pond kleine Tournoois, namelijk zes bunder akkerland gelegen tussen de erfgoederen van Jan van Spelle en Heilwig, dochter van Zeger, enerzijds en de openbare weg richting de oostelijke delen anderzijds, een bunder akkerland, gelegen tussen het erfgoed van Heilwig dochter van Zeger enerzijds en Jan van Spelle anderzijds, door de mannen van Heerle uit devotie toegevoegd, alsmede de kleine tiend met de altaargaven en alle andere kerkelijke inkomsten van Heerle, met uitzondering van de grote tiend met de novale tienden, zowel de huidige als de toekomstige, die de pastoor van de parochiekerk van Bergen op Zoom voor zichzelf en zijn opvolgers heeft gereserveerd. Zij zijn dit unaniem overeengekomen voor de constructie van een kapel met instemming van de aartsdiaken, de genoemde beschermheren en de pastoor van de moederkerk van Bergen op Zoom, alsmede van de tijdelijke heer, namelijk de schepenen en de gehele gemeenschap van Bergen op Zoom, zoals uit hun verzoekschrift voor de stichting van de kapel in Heerle, dat aan Theobald was gericht, duidelijk blijkt en dat hij heeft gezien.

Omdat de bisschop van Luik dit verzoek ontvankelijk acht en wil optreden tegen de schandalen en gevaren van dit pastoorsgoed en zorgdragen voor de rust van de inwoners van Heerle, heeft hij na overleg met zijn rechtsgeleerden toegestaan dat er in Heerle een doopkapel wordt gebouwd op een voorname plaats, met de voornoemde goederen en rechten bekleed, om er eeuwig een priester te hebben, die moet worden voorgedragen aan degene aan wie de priester rechtens of krachtens gewoonte moet worden voorgedragen, en deze zal er de zielzorg uitoefenen en er eeuwig voor zorgen dat alle sacramenten worden toegediend aan de inwoners van Heerle, zodat alles wat is gedaan over de schenking, overdracht en toewijzing van de goederen ten behoeve van de kapel, eeuwig is bevestigd door Theobald, met uitzondering van alle andere rechten van de aartsdiaken, de beschermheren en de moederkerk.

Theobald bezegelt.

Gegeven te Luik in 1307.



Document acties