U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1135.12.31(na 1135.06.03)
(1135 juni 4- december 31)

Andries, bisschop van Utrecht, staat met instemming van Dirk VI, graaf (van Holland), aan de inwoners van Aalst toe om een eigen kapel te stichten, onder voorbehoud van enkele rechten aan de moederkerk te Wijk. De benoeming van de kapelaan te Aalst vindt plaats op voordracht van de pastoor van Wijk door de proost van Tiel. Frank, pastoor van Wijk, schenkt de kapelaan uit zijn priesterlijke prebende zeven morgen land en twee hond.

Origineel

[A]. Niet voorhanden.

Afschrift

B. 1434 aug. 13, Utrecht, Rijksmuseum Het Catharijneconvent, BMH Warm h92H1, Missale Traiectense= missaal van Willem van Wijk (voor een beschrijving van dit handschrift, afbeeldingen en literatuurverwijzingen, zie http://adlib.catharijneconvent.nl/detail.aspx?parentpriref=), fol. 289r, onder het opschrift: Hier en derf nyemont in scriven, want ten sal daer niet in bliven, dat segge ic u in waerre woert, anders dan dat Willem van Wiic toehoert; blijkens de aantekening onder de vertaling op fol. 289r-v samen met C geschreven in opdracht van Willem van Wijk (Willem van Wiick, heren Ianszoen, ridder, heeft dit doen vercriven, ewelike moet hi met Gode bliven, anno Domini Mo CCCC XXXIIII, XIII die mensis augusti), naar [A].

Vertaling

C. 1434 aug. 13, Ibidem, idem, fol. 289r, waarschijnlijk van B.

Uitgaven

a. Muller en Bouman, OSU I, 325-326, nr. 354 (gedateerd vóór 21 mei 1135), naar B. ‒ b. Koch, OHZ I, 230-231, nr. 117 (gedateerd 11[3]5), naar B en C.

Regesten

Zie Koch, OHZ I, 230, nr. 117.

Onechtheid

Post, Eigenkerken, 83-84, noot 1, vermeldt deze oorkonde, maar geeft de tekst niet uit omdat er bedenkingen tegen in te brengen zouden zijn. Deze worden niet nader toegelicht. Er zijn echter geen argumenten om deze oorkonde als onecht te beschouwen.

Tekstuitgave

Gezien de tekstuele varianten wordt deze oorkonde zowel naar het afschrift als naar de vertaling uitgegeven.

Datering

De datering van de onderhavige oorkonde vormt een probleem omdat de tekst corrupt overgeleverd is en de dateringselementen elkaar tegenspreken in de Latijnse tekst en in de vertaling. Het jaartal 1125 komt niet overeen met het episcopaatsjaar van Andries, die in 1128 bisschop van Utrecht wordt. Ook het indictiecijfer 13 stemt niet overeen met het jaar 1125, evenals het derde koningjaar van Lotharius, dat loopt van 13 september 1127 tot 12 september 1128. Emendatie naar het jaar 1135 levert een datum op die zowel met het episcopaatsjaar als met de indictie en het keizersjaar overeenstemt. Lotharius is immers tot keizer vanaf 4 juni 1133, zodat de terminus post quem van deze oorkonde 3 juni 1135 is.

Afbeelding 11135.12.31(na 1135.06.03)
Volledig scherm

(B)

In nomine sancte et individue Trinitatis.

Volumus ut sciant posteri quique sicut et presentes quod ego Andreas, Dei misericordia Traiectensium episcopus, considerata diffecultatea vie quam illi de Aelste ad matrem suam ecclesiam, que dicitur Wiick, trans aquam que interfluit, habebant tum timore Dei tum eciam propter eorum servicium consensu Terdericib, comitis, qui eandem ecclesiam tenebat, concesserim eis ut in villa sua capellam habeant in qua omnem procurationem ecclesiasticam libere et absque contradictione habeant, videlicet in baptismo et in sepultura ceterisque omnibus necessariis, preter hoc quod matrem ecclesiam, cum opus fuerit, sicut ante fecerunt, edificent cum aliis et atrium sepiant, synodum eciam debitam in matre ecclesia observent, propium et cotidianum presbyterum de suo sumptu sibi acquirant, quem eductu persone matris ecclesie prepositus Tylensis ibidem constituat, ad cuius capellani usum Franco, persona de Wiick, de prebenda sua sacerdotatlierc coram nobis dimisit in Aelste septem iugera terre et duo curtilia.

Quotd ine eis eorumque successoribus nunc et in posterum ratum et convulsum permaneat, paginam hanc eis de sigilli nostri impressione firmatam dedimus.

Actum est hoc anno dominice incarnationis millesimo centesimo vicesimo quinto Vf, indictione XIII, regnante Lothario III anno regni eius, ing anno vero episcopatus nostri VIIo.

(C)

In den name der heyligher ende der onghedeilder Drievoldicheit willen wi dat alle nacomelinghen weten gheliic als die teghenwordighe dat ic Andries, bi der ghenaden Gods bisscop van Vtrecht, ghemerct die swaerheit des weechs welken die van Aelst hadden tot haerre moederkerc, welc Wiic gheheiten is, over twater dat daer tusschen vloyt, by wilen om den anxt Gods, somtiit oic om haren dienst hen verleende uyt consent Diderix, des greven, van Wiickh, die welc die selve kerc te gheven hadde, opdat si in haren derp hebben souden een capel, in welker capellen si hebben souden vri ende sonder wedersegghen al voersorchde dinghen die der kerken toehoren als in doepsel ende in der begravinghe ende in alle die ander die daer toe noet siin, uytgnomeni dat si haer moederkerc, wanneert noet is, weder maken sullen mitten anderen ghebueren van Wiick, als si te voren deden, ende den kerchof heinden, ende die bequame seninghe sullen si oec houden in der moederkerc voergenoemt; si sullen vercrighen enen eyghen ende daghelicsen priester op haren cost, den welken van der uytkiesinghe des persoens der moederkerc van Wiick die proest van Tyele daer mede set, tot welcs capellaens behoef Vranc, persoen van Wiic, heet voer ons ghelaten van siinre papeliker proven in Aelst VII merghen lants ende twe hont.

Opdat dat hem ende haren nacomelinghen nu ende namaels vast ende ghestede blive, desen brief ghevest van der indruckinghe ons zeghels hebbenj wi hem ghegeven.

Dits ghemaect in den iaer ons Heren geboerte dusent hondert ende XXVk, in die viifte maent der indictien van XIII, regnerende Lothario in den derden iaer siin riics, mer in den sevenden iaer ons bisdoms.

a
aldus B, lees difficultate.
b
aldus B, lees Theoderici.
c
aldus B, lees sacerdotali.
d
aldus B, lees mogelijk quod.
e
aldus B, lees mogelijk ut.
f
aldus B, lees vermoedelijk XXXV in plaats van vicesimo quinto V.
g
dit woord is ongebruikelijk bij de opgave van het episcopaatsjaar en is vermoedelijk een verkeerde interpretatie van het oorspronkelijke Romeinse cijfer, behorend bij de opgave van het regeringsjaar van Lotharius.
h
aldus C.
i
aldus C.
j
ben later toegevoegd door schrijfhand C.
k
aldus C, lees vermoedelijk XXXV.

Document acties