U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 143 oorkonden
1292 juni 30

Everard, graaf van de Mark, Jan I, heer van Cuijk, Krafto, heer van Greifenstein, en Lodewijk, plaatsvervangend heer van Rheingau, bepalen in het geschil tussen Jan I, hertog van Brabant, en Adolf, rooms-koning, inzake de goederen van het hertogdom Limburg dat deze binnen veertien dagen aan Jan moeten worden overgedragen met hetzelfde recht als de eerdere hertogen van Limburg die van de keizer hielden. Tevens beloven zij binnen dezelfde periode een beslissing te nemen en af te kondigen over de af te sluiten vriendschapsband tussen beide partijen.

1292 september 22

Rooms-koning Adolf wijst aan Jan I, hertog van Brabant, verschillende tollen toe en inkomsten tussen de Moezel en de zee, als garantie voor de terugbetaling van de van hem geleende 16.000 mark Keuls en bepaalt onder meer dat Krafto van Greifenstein of na zijn overlijden één van zijn opvolgers, onder wie Jan van Cuijk, altijd de hertog of zijn opvolgers zal moeten toestaan de burcht Kaiserswerth te gebruiken.

1293 januari 10

Constantijn van Lysenkirchen, burger van Keulen, maakt bekend dat Jan I, heer van Cuijk, hem 300 pond Brabants betaald heeft voor de schuld die de hertog van Brabant heeft bij Tielman Loysekanne en dat Tielman dit bedrag in mindering heeft gebracht op de schuld.

1293 april 29

Jan, heer van Heusden, belooft aan abt en convent van Sint-Truiden geen inbreuk te plegen op hun recht op de Kerkdijk te Aalburg.

1293 september 6

Schepenen van Heusden oorkonden dat Boudewijn, zoon van Ulla van Hedikhuizen, Jan, zoon van Arnoud van Veen, en Lambert Husink van Hedikhuizen ieder voor zich diverse stukken land ruilen met abt en convent van Berne en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.

1293 oktober 4

Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan, kloosterling van Berne, namens abt en convent in cijns geeft aan Winrik van Vlijmen de dijk met het bijbehorende erf, genaamd Cavelinghe, te Rijswijk tegen een jaarlijkse erfcijns van zes penning Leuvens, waarvoor deze het land de Brake, zijn erfgoed en al zijn goederen in onderpand geeft.

1293 oktober 14

Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan van Berne, kloosterling van Berne, namens abt en convent van Berne stukken land ruilt met Adam van Luttelherpt, met behoud van de dijken en sloten zoals voorheen.

[ca. 1292-1293]

Schout, schepenen en gemeente van Leiden delen aan Jan, heer van Heusden, ridder, de toltarieven mee die de Leidse kooplieden vanouds verschuldigd zijn bij de tol van Heusden en verzoeken hem die te handhaven.

1294 januari 6

Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.

1294 april 1

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Jacob van Beurghelen, poorter van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne aan Jacob jaarlijks vijf pond Leuvens, een mud rogge en een mud gerst zullen geven zolang hij leeft en niet meer zullen terugkomen op geleden schade en waarbij Jacob afziet van zijn aanspraken op eerder overgedragen goederen te Hedikhuizen aan de abdij. Tevens belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Jacob zal doen opstellen.

Document acties