U bent hier: Home Database Vertalingen Overzicht

1252 juni 23, ONB II nr. 1021

Hendrik IV, heer van Breda, stelt de burgers van Breda vrij van elke heffing, behoudens bij bepaalde gevallen, verplicht hen tot landweer en staat hun toe voor vonnissen hoofdlering te halen te Antwerpen.

Uitgave

Dillo-Van Synghel, Oorkondenboek van Noord-Brabant, II, nr. 1021.

Tekst

Universis presentes litteras visuris et audituris Henricus, dominus de Breda, eternam in Domino salutem.

Noverit universitas vestra quod nos talem libertatem opidanis nostris de Breda concessimus tenendam et habendam, videlicet quod dicti opidani ad nullam nobis vel successoribus nostris tenebuntur exactionem, nisi ad militiam filiorum nostrorum et ad maritationem filiarum nostrarum necnon ad deliberationem captivitatis nostre, si fortasse contingeret nos captivari. Insuper dicti opidani, cum necesse habuerimus, ad defensionem terre nostre venire tenebuntur. Concessimus etiam eisdem ut omnes sententias suas de quibus dubitaverint apud Antwerpiam requirant.

Ut vero premissa omnia rata et firma permaneant, presens scriptum sigilli nostri munimine roboravimus.

Datum et actum in vigilia beati Iohannis Baptiste, anno Domini millesimo ducentesimo quinquagesimo secundo.

Vertaald door Geertrui Van Synghel

Hendrik, heer van Breda, staat zijn burgers van Breda een dusdanige vrijheid toe dat zij noch aan hem noch aan zijn opvolgers enige heffing moeten betalen, behalve voor de krijgsdienst van zijn zonen, het huwelijk van zijn dochters en zijn vrijlating uit gevangenschap, mocht iemand hem gevangen nemen. Bovendien zijn de burgers verplicht om hem, wanneer hij het nodig heeft, te verdedigen. Tevens staat hij hun toe om voor al zijn vonnissen waaraan zij twijfelen, in Antwerpen hoofdlering te halen.

Hendrik bezegelt.

Gegeven en gedaan in 1252.



Document acties