U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1241.03.30(na 1240.10.08)
1240 oktober 9-30 maart 1241

Robert, bisschop van Luik, neemt het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), gevestigd op het allodium van Dirk III, heer van Altena, onder zijn bescherming en bevestigt de eerder door Dirk gedane schenkingen.

Origineel

A. Maastricht, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 14.D035, archief klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem, inv. nr. 91.

Aantekening op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: Confirmatio loci nostri de episcopo Roberto. – 2o door 14e-eeuwse hand: IIII, Littera confirmationis Roberti (bovengeschreven), episcopi Leodiensis, [***] collata a [domino] Theoderico de Altena, anno M CC XL. – 3o door 15e-eeuwse hand: A. x.

Bezegeling: [SD1] uithangend bevestigd, maar verloren zegel van Robert, bisschop van Luik, aan gele zijden streng.

Uitgave
a. Schoolmeesters, ‘Les regestes’, 89, nr. IV, naar afschrift in Luik, Rijksarchief, Chambre des Finances, nr. 195 (gedateerd voor 31 maart 1241).
Regest
Schutgens, Inventaris, 102, nr. 5.
Samenhang
In de dispositio van onderhavige oorkonde wordt verwezen naar de schenking ‘sicut in cartis prefati nobilis Theoderici, quas inspeximus sigillo suo signatas plenius continetur’. Dit is de oorkonde van Dirk III, heer van Altena, d.d. 9 oktober 1240, zie Van Synghel, DONB, nr. 1240.10.09. Voor de bevestiging van deze oorkonde door Willem, heer van Horn, samen met zijn broer Engelbert, zie Van Synghel, DONB, nr. 1240.11.08.
Datering

De terminus post quem is de datum van de schenkingsoorkonde, die verleend is op 9 oktober 1240. De terminus ante quem is de aanvang van het paasjaar 1241. Het gebruik van de paasstijl door de bisschop van Luik is verondersteld.

Afbeelding 11241.03.30(na 1240.10.08)voorzijde
Afbeelding 21241.03.30(na 1240.10.08)achterzijde
Volledig scherm

Nosa Robertus, Dei gratia Leodiensis episcopus, notum facimus tam presentibus quam futuris quod auctoritate presentis scripti sub protectione nostra suscipimusb et presentis pagine testimonio confirmamus locum qui dicitur Uallis sancte Elysabeth, situm in diocesi nostra Leodiensi, super allodium nobilis viri Theoderici, domini de Althena, in quo idem Theodericus Deo sibi inspirante fundavit quandam domumc de ordine Uallis Caulium, ubi fratres eiusdem ordinis divino sunt obsequio mancipati. Confirmamus etiam eisdem fratribus et sub nostra protectione recipimus quicquid ipsi fratres predicti in presentiarum possident de dono predicti nobilis Theoderici, domini de Althena, in bosco, in plano, in terris, aquis, usuariis et redditibus ab eodem Theoderico, domino de Althena, prefatis fratribus ordinis Uallis Caulium et successoribus suis imperpetuum assignatis, sicut in cartis prefati nobilis Theoderici, quas inspeximus sigillo suo signatas plenius continetur, videlicet terciam partem totius decime de Brede cum iure patronatus ecclesie eiusdem ville ad ipsum nobilem pertinentem, decem et septem bonaria terre de allodio suo apud Werde, duodecim maldra frumenti in curia sua de Werde, tres marcas Colonienses in villis de Hedel et de Brede, eisdem fratribus imperpetuum assignatas, et triginta solidos Colonienses imperpetuum in piscaria sua de Waltrechem et duo milia allectiorum in Waltrechem assignata et unum bonarium prati situm apud Kessenich et ius patronatus ecclesiarum de Wathfuthe et de Brunesrode, et quicquid etiam pertinet ad domum predictam Uallis sancte Elysabeth in omnibus appenditiis ad ipsam domum pertinentibus et quicquid in futuro iustis modis poterunt adipisci dicti fratres et successores sui sub protectione nostra suscipimus et presenti pagina sigillo nostro signata eisdem fratribus confirmamus.

Actum anno gratie millesimo ducentesimo ducentesimo quadragesimod.

a
vergrote initiaal A.
b
vanaf suscipimus tot en met domum met lichtere inkt geschreven A.
c
vanaf suscipimus tot en met domum met lichtere inkt geschreven A
d
hierna sluitingsteken A.

Document acties