U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 41 oorkonden
1301 juni 28

Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht geven de goederen die Willem II van Horn, heer van Altena, van hen in pacht hield, aan diens zoon Gerard tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Gerard zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.

1302 september 11

Arnoud, graaf van Loon en Chiny, hecht zijn goedkeuring aan de toekenning van alle leengoederen door zijn leenman Gerard, heer van Horn (en Altena), aan diens echtgenote Johanna, vrouwe van Gaasbeek, met uitzondering van de burcht van Horn.

1306 maart 29

Gerard, heer van Horn en Altena, maakt bekend dat hij ten overstaan van de mannen en de schepenen van Woudrichem aan Nicolaas, heer van Putten en Strijen, ten behoeve van zijn dochter Oda, verscheidene goederen in het land van Altena heeft opgedragen tot een jaarlijkse opbrengst van 700 pond Tournoois, waaronder de tienden van Rijswijk, Uitwijk en Zandwijk, drie molens, de visserij en de vier jaarmarkten te Woudrichem alsmede de jaarmarkt en de tol te Giessen.

1306 april 14

Gerard, heer van Horn, verklaart dat Otto, graaf van Kleef, hem beleend heeft met Kleefse goederen te Woudrichem en in het land van Altena, op voorwaarde dat hij specifieke militaire diensten zal verlenen aan de graaf.

1306 april 16

Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.

1307 september 24

Willem III, graaf van Holland, doet uitspraak te Geertruidenberg in de geschillen in en buiten het graafschap Holland tussen Gerard van Horn, heer van Altena, enerzijds, en Jan van Arkel, Vastraad van Giessen en diens oom Vastraad anderzijds.

1308 april 5

Jan I, heer van Cuijk, Willem, heer van Boxtel, en Bernard, pastoor van Vuren, maken bekend dat zij aanwezig waren op het kerkhof te Rijswijk bij de belening van het huis te Giessen door wijlen Willem, heer van Horn, aan Arnoud van Giessen, zoon van Vastraad van Giessen.


1308 september 11

Willem III, graaf van Holland, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerard, heer van Horn en Altena, enerzijds en Jan van Arkel anderzijds, vaardigt bepalingen uit inzake de personen die op 23 mei 1307 te Sleeuwijk of elders in het land van Altena gevangen zijn genomen en inzake het huis van Giessen, stelt bijkomend onderzoek in dat voor 1 november 1308 moet zijn afgerond en legt beide partijen een zoen op.

1310 juni 7

Willem de Boc, Jan van der Dussen, Jan van Rijswijk, ridders, Dirk de Borchgrave en Robijn Lodewijks Bokelerszn., knapen, leenmannen van Gerard, heer van Horn en Altena, oorkonden dat Vastraad Arnoudszn. van Giessen ten overstaan van hen afstand doet van alle goederen en rechten die hij en zijn voorouders houden van de heer van Horn en Altena, met uitzondering van Poederoijen, in ruil waarvoor Gerard, heer van Horn en Altena, Vastraad beleent met de rechtspraak te Giessen en Andel tot een bedrag van tien schelling.

1311 april 26

Schepenen van Heusden verklaren dat Jan Willemsz. van Genderen aan Stende Roest vier morgen en een hont land in het Cortslaeghe in erfcijns geeft.

Document acties