Lijstweergave
- 1263 oktober 13
-
Willem I, heer van Altena, en zijn echtgenote Heilwich verkopen met instemming van Willem, hun eerstgeborene, aan de abdij van Villers de tiend van Rodengooi met het dijktoezicht en de lage rechtsmacht, die zij in leen hielden van de graaf van Gelre, alsmede de tiend van Schalkwijk met het dijktoezicht en de lage rechtsmacht tegen een jaarlijkse cijns van een gouden penning en drie schelling Leuvens, te voldoen te Woudrichem. De hoge rechtsmacht te Rodengooi en Schalkwijk blijft in handen van respectievelijk de graaf van Gelre en de heer van Altena.
- 1264 oktober 1
-
Willem I, heer van Altena, en zijn echtgenote Heilwich maken bekend dat zij onder voorbehoud van de hoge rechtsmacht de tiend en goederen te Schalkwijk met het dijktoezicht, eertijds door Dirk Borchman en zijn echtgenote Gisela van hen in leen gehouden, alsmede de helft van de tiend van Rodengooi met de lage rechtsmacht en het dijktoezicht, onder voorbehoud van de hoge rechtsmacht door Otto II, graaf van Gelre, aan Willem en Heilwich in leen gegeven, met instemming van de graaf verkocht hebben aan de abdij van Villers tegen een jaarlijkse cijns van een gouden penning en drie schelling Leuvens, en dat zij eveneens de grond te Schalkwijk, die ridder Arnoud van Giessen van hen in leen hield, samen met de bijbehorende tiend, de lage rechtsmacht en het dijktoezicht overdragen aan de abdij van Villers. Alle genoemde goederen te Schalkwijk en Rodengooi zullen vallen onder het rechtsgebied van Woudrichem.