U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 11 oorkonden
1200 november 3

Hendrik I, hertog van Brabant, en Dirk VII, graaf van Holland, sluiten een verdrag inzake het land tussen Maas en Schelde, waarbij onder meer de graaf afziet van zijn aanspraken op Breda.

1200

Dirk VII en Aleid, graaf en gravin van Holland, schenken aan de abdij van Berne een jaargeld van twee mark uit hun inkomsten te Dordrecht, waarvan de ene helft bestemd is voor de memorie van wijlen Floris III, graaf van Holland, en de andere voor de aankoop van hosties en wijn ten behoeve van de dagelijkse mis tot eigen zielenheil.

1235 mei 19

Machteld, gravin van Holland, schenkt aan de abdij van Affligem na haar dood een jaarlijkse eeuwigdurende rente van tien pond Leuvens uit haar inkomsten uit Grave.

1240 januari 10

Hendrik II, hertog van Brabant, staat aan zijn zuster Maria, gewezen keizerin, toe om de goederen van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg gedurende zeven jaar in pacht te houden en bepaalt dat deze goederen integraal aan de abdij terugvallen indien zij binnen deze periode komt te overlijden.

1272 februari 2

Jan I, hertog van Brabant, schenkt aan zijn leenman Willem, heer van Horn, ter verbetering van diens leen jaarlijks 80 pond Leuvens, te ontvangen uit het lood en geleide van ’s-Hertogenbosch na de dood van vrouwe Maria, echtgenote van de heer van Perwez, vrouwe van Ninove, onder voorbehoud dat hij en zijn erfgenamen deze betaling voor 800 pond kunnen afkopen.

1283 november 21

Lodewijk, heer van Leefdaal, schenkt bij testament onder meer aan de minderbroeders te 's-Hertogenbosch twintig schelling Leuvens.

1306 juni 15

Willem III, graaf van Holland, vidimeert de oorkonden d.d. 1200, 1241 december 27 en 1222 februari 4-1234 juli 19, van Dirk VII en Aleid, graaf en gravin van Holland, Willem II, graaf van Holland, en Floris IV, graaf van Holland, verleend aan de abdij van Berne en bepaalt dat de abdij bij het innen van de cijns te Dordrecht zes kalfshuiden zal aanbieden voor zijn valkeniers.

1308 april 20

Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.

1308 mei 15

Jan I, heer van Cuijk, oorkondt dat hij aan deken en kapittel te Grave ten behoeve van de door hem nieuw gestichte prebenden 58 morgen akkerland te Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen van Schonenburg en een jaarrente van 40 pond zwarte Tournoois uit zijn molens en de gruit te Grave schenkt, en dat de jaarrente van 40 pond uit de eerste betaling uit de molens en de gruit zal geschieden. Tevens draagt hij het benoemingsrecht van de kosterij en de scholen te Grave over aan deken en kapittel. Zijn zoon Jan, proost van Maastricht en Leuven, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk bezegelen mede.

1312 oktober 3

Jan II, hertog van Brabant, stelt voor zichzelf en voor zijn opvolgers de Brabantse abdijen, waaronder de abdij van Berne, en andere religieuze instellingen vrij van alle lasten, vorderingen, bijdragen en ongebruikelijke diensten, die hij eertijds zonder recht had geëist.

Document acties