Lijstweergave
- 1290 september 9
-
Schout, schepenen en gemeenschap van poorters van Woudrichem oorkonden dat verscheidene poorters beloven zich te onderwerpen aan de scheidsrechterlijke uitspraak van Steven, deken van de Dom te Utrecht, inzake hun geschil met de kommanderij van de Duitse orde te Utrecht over een huis en erf te Woudrichem.
- 1292 februari 11
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Aleid, weduwe van Dirk Alras, en haar zoon Jan aan abt en convent van Berne een jaarlijkse erfcijns schenken van twintig schelling uit haar huis en erf te Heusden.
- 1292 december 12
-
Siegfried, aartsbisschop van Keulen, vidimeert en bevestigt de oorkonden, verleend door Dirk III, heer van Altena, en Robert, bisschop van Luik, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem d.d. 1240 oktober 9 en 1241 maart 30 (na 1240 oktober 9).
- 1294 januari 6
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
- 1294 juni 17
-
Gerard (van Nassau), aartsdiaken van Luik, bevestigt de bekrachtiging door Robert, bisschop van Luik, alsmede de bevestiging door het kapittel van Luik van de statuten van het kapittel van Kortessem en de bepalingen inzake de pastoors van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Strijp, Son en Nuenen.
- 1294 juni 20
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk, zoon van Dirk Hollen, met de abdij van Berne twee stukken land ruilt tegen een morgen en 24 roeden, gelegen tegenover Oudheusden, en dat ieder zijn dijken zal onderhouden met uitzondering van de sloten aan de rand van het land.
- 1294 augustus 6
-
Dirk, graaf van Kleef, belooft aan Jan, heer van Heusden, en zijn echtgenote dat hij Sophie, hun dochter, echtgenote van Willem, heer van Horn, zal belenen met het land van Heusden indien zij geen mannelijke erfgenaam hebben. (Deperditum)
- 1298 april 13
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Arnoud Haddo van Oudheusden verkoopt aan Gerard van Doeveren, priester, zijn huis en huisplaats met uitweg en aanhorigheden te Heusden, waarna deze het aan Arnoud geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling.
- 1300 februari 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Godso Sutor aan Ywein, zoon van Lutgard, een jaarlijkse erfcijns van een pond verschuldigd is, gevestigd op zijn woonhuis en erfgoed te Grave.
- (1)300 november 23
-
Willem II, heer van Horn en Altena, bepaalt bij testament dat jaarlijks twintig pond bestemd is voor een altaar in het klooster van Keizerbosch van een bedrag van 200 pond zwarte Tournoois, gevestigd op tienden en goederen te Rijswijk (bij Woudrichem).