Lijstweergave
- 1301 maart 31
-
Dirk van Altena, proost en aartsdiaken van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, doet uitspraak in het geschil tussen deken en kapittel van Oudmunster enerzijds en wijlen Willem III, heer van Altena, en Gerard van Horn, heer van Altena, inzake de betaling van pachtgoederen te Altena.
- 1301 juni 28
-
Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht geven de goederen die Willem II van Horn, heer van Altena, van hen in pacht hield, aan diens zoon Gerard tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Gerard zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1301 juni 28
-
Gerard van Horn, heer van Altena, erkent de goederen te Altena van het kapittel van Oudmunster te Utrecht in pacht te houden op de voorwaarden vervat in de uitspraak d.d. 31 maart 1301. (Deperditum)
- 1303 april 28
-
Gerard van Nassau, aartsdiaken van Luik en proost van Tiel, erkent en bevestigt (dat de abdij van Sint-Truiden het patronaatsrecht heeft van Babiloniënbroek, zoals in de oorkonde d.d. 1286.04.22).
- 1306 april 16
-
Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.
- 1308 juni 21
-
Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht verpachten aan Gerard, heer van Altena en Horn, ridder, de grote en kleine tienden van Poederoijen voor twaalf jaar tegen een jaarlijkse rente van 36 pond Tournoois en treffen een regeling voor de overname door zijn oudste wettige zoon, mocht Gerard binnen de gestelde twaalf jaar overlijden.
- 1308 augustus 28
-
Walram van Benthem, heer van Heeswijk, en zijn oudste zoon Walram oorkonden dat tussen hen en abt en convent van Berne is overeengekomen dat de abdij de novale tiend en de kerk van Heeswijk zal bezitten, dat zij het recht van naasting zal hebben ingeval Walram van Benthem of zijn erfgenamen het deel van hun nieuwe land voor de poort van de hof van de abdij, voor zover dat niet reeds was weggeschonken, zullen vervreemden, en dat de abdij het recht zal hebben het vee te weiden in de hof van Bernheze en in andere hoeven en huizen naast deze hof gelegen.
- 1308 november 11
-
Robijn, deken, en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht en Willem, heer van Boxtel, benoemen Jan van Cuijk, proost, Robert, deken, en Lodewijk, rentmeester van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, tot scheidsrechters in hun geschil inzake de jurisdictie over Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille.
- 1312 december 7
-
Gwijde, bisschop van Utrecht, vidimeert en bevestigt de oorkonde verleend door Otto, bisschop van Utrecht, aan de abdij van Berne d.d. 1248 juli 8.