U bent hier: Home / Database / Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 15 oorkonden
1301 januari 5

Rutger, heer van Herpen, verkoopt met instemming van zijn broer Albert aan het gasthuis te Grave twee en een halve morgen land achter het Velperhout tegen een erfcijns van tien penning.

1302 november 29

Schepenen van Grave oorkonden dat Arnoud van der Mere en Jutta, weduwe van Simon, aan Gerard, zoon van Simon, een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling Tournoois verschuldigd zijn, gevestigd op hun woonerf te Grave naast het gasthuis.

1307 mei 7

Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps alias van Gameren en zijn echtgenote Hiskiena verklaren dat zij na hun dood aan het gasthuis te Grave en aan de Tafel van de Heilige Geest aldaar hun erfgoed te Haps schenken, op voorwaarde dat de rectoren van beide instellingen hun jaargetijde en dat van Wouter, broer van Jacob, vieren.

1307 juni 26

Schepenen van Grave oorkonden dat Jan, zoon van Arnoud Blome, schenkt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse rente van twintig schelling, gevestigd op een huis en erf en op twee weiden te Cuijk, afkomstig uit het testament van Jacob van Haps en dat Jan daarvan aan het gasthuis te Grave tien schelling geeft, aan de pastoor van Cuijk vijf schelling voor het jaargetijde van Jacob en aan de kerk van Cuijk vijf schelling voor de verlichting.

1307 september 29

Schepenen van Grave oorkonden dat Heinman Faber verkoopt aan Willem, zoon van Hendrik Haec, ten behoeve van het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonhuis te Grave

1308 december 21

Schepenen van Grave oorkonden dat Ywein, zoon van Lutgard, verkoopt ten behoeve van het Sint-Catharinagasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van een pond, gevestigd op het erfgoed en huis van Godso Sutor te Grave.

1309 maart 23

Schepenen van Grave oorkonden dat Jordaan van Malden aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed te Grave en op een jaarrente van vijf schelling.

1310 december 13

Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.

1310 december 21

Jan II, heer van Cuijk, knaap, hecht zijn goedkeuring aan de verkoop door Bodo van Uden aan het gasthuis te Grave van een rente d.d. 1310.12.13.

1313 januari 25

Jutta van Nassau, weduwe van Jan I, heer van Cuijk, schenkt bij testament aan de kanunniken van het Sint-Elisabethkapittel te Grave haar erfgoederen De Dodenberg en De Loevert en jaarlijks 20 pond uit de pacht van Beugen, alsmede diverse geldbedragen aan de predikheren te Nijmegen, de minderbroeders te 's-Hertogenbosch en Kleef, de zusters te Binderen en de abdij Grafenthal bij Goch, de begijnen, het gasthuis, de Tafel van de Heilige Geest en de kerk te Grave, de kerken en priesters van Escharen, Linden, Beers, Cuijk, Beugen, Meer en Sambeek en de kapel van Oelbroek.

Document acties