Lijstweergave
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.
- 1308 november 11
-
Robijn, deken, en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht en Willem, heer van Boxtel, benoemen Jan van Cuijk, proost, Robert, deken, en Lodewijk, rentmeester van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, tot scheidsrechters in hun geschil inzake de jurisdictie over Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille.
- 1310 maart 6
-
Arnoud van Bilsen, deken van Cuijk, oorkondt dat Jan, prior van het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), en Jan van Maasbree, ridder, als voogd van zijn minderjarige neef Willem, een overeenkomst sluiten inzake het geschil over het patronaatsrecht van de kerk van Maasbree, waarbij bepaald wordt dat zij dit beurtelings zullen bezitten.
- 1310 december 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.
- 1310 december 21
-
Jan II, heer van Cuijk, knaap, hecht zijn goedkeuring aan de verkoop door Bodo van Uden aan het gasthuis te Grave van een rente d.d. 1310.12.13.
- 1311 maart 13
-
Jan II, heer van Cuijk, geeft aan abt en convent van Mariënweerd de watermolen te Mill met het water Meerstal en bijbehorende grond tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf schelling en verleent hen het recht om de watermolen af te breken en door een windmolen te vervangen.
- 1311 november 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Vosse aan Igram Coquus een jaarlijkse erfrente van 20 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoederen, waaronder die te Escharen.
- 1312 mei 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Willem Witte aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse rente van zes schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed.
- 1312 oktober 19
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Gillis van Grave verkoopt aan Jan, zoon van Arnoud Blome, een jaarlijkse rente van vijf malder rogge, gevestigd op erfgoed te Escharen, en dat Jan onder meer op stukken land van Gillis bij de molens van Grave kan terugvallen indien het erfgoed te Escharen niet toereikend is voor de betaling.
- 1313 januari 25
-
Jutta van Nassau, weduwe van Jan I, heer van Cuijk, schenkt bij testament aan de kanunniken van het Sint-Elisabethkapittel te Grave haar erfgoederen De Dodenberg en De Loevert en jaarlijks 20 pond uit de pacht van Beugen, alsmede diverse geldbedragen aan de predikheren te Nijmegen, de minderbroeders te 's-Hertogenbosch en Kleef, de zusters te Binderen en de abdij Grafenthal bij Goch, de begijnen, het gasthuis, de Tafel van de Heilige Geest en de kerk te Grave, de kerken en priesters van Escharen, Linden, Beers, Cuijk, Beugen, Meer en Sambeek en de kapel van Oelbroek.