Lijstweergave
- 1277 maart 17
-
Floris V, graaf van Holland, doet uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Willem van Strijen anderzijds over het goed Heiligenberg, eertijds door Willems voorgangers aan de abdij geschonken, en bepaalt dat abt en convent in het ongestoorde genot van dat goed dienen te blijven en dat de abdij hiervoor aan Willem een rijpaard zal geven ter waarde van 70 pond Hollands of dat bedrag in geld.
- 1286 april 22
-
Parochianen en gemeenschap van Babiloniënbroek erkennen in hun geschil met abt en convent van Sint-Truiden dat het patronaats- en presentatierecht van hun kerk aan abt en convent toekomt.
- 1287 mei
-
Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewijch geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Willem Betten (van Aardenburg) ten behoeve van het Sint-Janshospitaal te Brugge honderd bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van achttien penning Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van drie penning Hollands per last gedolven turf en stellen het Sint-Janshospitaal vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Tevens verbinden Willem en Hadewijch zich ertoe op eigen kosten openbare wegen aan te leggen. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.
- 1287 mei
-
Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewijch geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Willem Betten van Aardenburg ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Brugge veertig bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van achttien penning Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van drie penning Hollands per last gedolven turf en stellen de Tafel van de Heilige Geest vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Tevens verbinden zij zich ertoe op eigen kosten openbare wegen aan te leggen. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.
- 1294 oktober 18
-
Hendrik, pastoor van Cuijk, Peter, pastoor van Beugen, Hendrik, pastoor van Boxmeer, en Arnoud, pastoor van Sambeek, stemmen in met de schenking van de novale tienden van hun parochiekerken door Jan I, heer van Cuijk, ridder, d.d. 15 oktober 1294, waarbij de ene helft aan hen en de andere aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave toekomt onder betaling aan ieder van hen van een jaarlijkse recognitiecijns van een sterling, en vragen goedkeuring en bevestiging van deze regeling aan hun prelaten en superieuren.
- 1295 januari 15
-
Floris V, graaf van Holland en Zeeland, en heer van Friesland, doet na het overlijden van Willem, heer van Strijen, uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Nicolaas, (heer) van Putten, rechtsopvolger en schoonzoon van Willem, anderzijds, en wijst Heiligenberg als vrij eigen goed toe aan de abdij, met uitzondering van de hoge rechtsmacht die toekomt aan Nicolaas, zijn echtgenote en hun nakomelingen. De abdij betaalt aan Nicolaas honderd pond nieuw Hollands en zal twee priesters aanwijzen die te Krabbendijke of in een te bouwen kapel te Heiligenberg de missen zullen opdragen voor het zielenheil van de voorouders van Willem, heer van Strijen, en Floris III.
- 1296 augustus 29
-
(Simon), abt van Sint-Gillis op de Publémont te Luik, bewaarder van de door de Heilige Stoel verleende oorkonden aan abt en convent van Ter Doest, gelast de priesters van Overdrage, Etten en Zevenbergen om de personen die de abdij, niettegenstaande de uitspraak van Floris V, graaf van Holland, in haar bezittingen en rechten te Heiligenberg hebben aangetast, te manen om deze op straffe van excommunicatie binnen acht dagen na hun maning aan de abdij te restitueren en de schade te vergoeden.
- 1303 april 28
-
Gerard van Nassau, aartsdiaken van Luik en proost van Tiel, erkent en bevestigt (dat de abdij van Sint-Truiden het patronaatsrecht heeft van Babiloniënbroek, zoals in de oorkonde d.d. 1286.04.22).
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.
- 1308 november 11
-
Robijn, deken, en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht en Willem, heer van Boxtel, benoemen Jan van Cuijk, proost, Robert, deken, en Lodewijk, rentmeester van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, tot scheidsrechters in hun geschil inzake de jurisdictie over Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille.