Lijstweergave
- (1224 april – 1226 september 30)
-
Koenraad, bisschop van Porto, bekrachtigt de schenking van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Son, Strijp en Nuenen, met hun patronaatsrecht door Dirk III, heer van Altena, aan het kapittel van Kortessem. (Deperditum)
- 1227 mei 24
-
Otto III, bisschop van Utrecht, bevestigt de abdij van Berne in het bezit van tien hoeven, behorende tot Maarsbergen en Maarn, met tienden en andere rechten, geschonken door zijn voorganger bisschop Andries.
- 1227 (maart 25 - 1228 maart 24)
-
Bartholomeus, abt van Echternach, verkoopt op advies van proost en schout van de hof van de abdij van Echternach te Rinderen aan de abdij Mariënweerd een landgoed te Mill, op voorwaarde dat Alard, neef van Albert, levenslang het vruchtgebruik houdt.
- 1230 (december 25) - 1231 september 23
-
Wilbrand (van Oldenburg), bisschop van Utrecht, bevestigt de abdij Mariënweerd in haar bezittingen en rechten, onder meer te Mill en Hal.
- 1234 december 25 - 1235 december 24
-
Willem, heer van Horn, stemt in met de toezegging door zijn oom Dirk III, heer van Altena, aan Dirk V, graaf van Kleef, dat het kasteel van Altena zal open staan tegen al diens vijanden, behalve de graaf van Holland, en belooft dit blijvend in acht te nemen.
- 1236 september 15
-
Folpert van de Lek komt met Hendrik, heer van Cuijk, overeen dat, indien een zoon geboren wordt uit het huwelijk van Folpert met Margareta, zuster van Hendrik, deze de helft van zijn goederen in Holland zal erven en zal houden van de heren van wie Folpert ze houdt. Indien er een dochter wordt geboren, dan zal zij die helft houden van Folperts oudste zoon. Tevens wijst hij aan Margareta uit diezelfde goederen een jaarlijkse lijfrente toe van honderd pond Hollands en belooft dat de door hem gestelde borgen te Utrecht in leisting zullen gaan ingeval een en ander niet binnen twee jaar en zes weken zal zijn nagekomen.
- 1238 juli 21
-
Daniel, deken, en meester Reinier, kanunnik van Tongeren, stellen nieuwe statuten vast voor het kapittel van Kortessem, bevestigen onder meer de schenking van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Son, Strijp en Nuenen, met hun patronaatsrecht aan het kapittel door Dirk III, heer van Altena, en bepalen de inkomsten van eerdergenoemde kerken.
- 1240 oktober 9
-
Dirk III, heer van Altena, geeft aan de kaulieten van Sint-Elisabethsdal te Nunhem het derde deel van de tiend van Maasbree met het patronaatsrecht van de kerk aldaar, zeventien bunder land te Stevensweert, een jaarlijkse cijns van twaalf malder graan, een jaarrente van dertig schelling Keuls uit zijn land te Heel en een halve mark uit de kleine tiend van Maasbree voor kleding, een jaarrente van 30 schelling Keuls uit zijn visrecht te Woudrichem voor de aankoop van wijn en 2000 haringen aldaar, een bunder weiland te Kessenich voor het onderhoud van paarden en zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerken van Waldfeucht en Braunsrath. Tevens wijst hij Sint-Elisabethsdal met alle aangehorigheden toe aan de kaulieten, evenals het gehele bos daar dichtbij gelegen en schenkt hun het eeuwig gebruik van het bos Roghelabroc en Ghesthele, en van de gemene gronden van Buggenum, Nunhem, Roggel en Haelen.
- 1240 november 8
-
Willem, heer van Horn, hecht samen met zijn broer Engelbert, ridder, zijn goedkeuring aan de schenkingen van Dirk III, heer van Altena, hun oom, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem.
- 1240 oktober 9-30 maart 1241
-
Robert, bisschop van Luik, neemt het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), gevestigd op het allodium van Dirk III, heer van Altena, onder zijn bescherming en bevestigt de eerder door Dirk gedane schenkingen.