Lijstweergave
- 1244 april 26
-
Willem, heer van Strijen, en zijn broers Hendrik en Hugo hechten hun goedkeuring aan de schenking door hun voorgangers van het goed Heiligenberg met wildernis, moergrond, lage rechtsmacht en tiend en dragen dit ook als schenking over aan de abdij Ter Doest. Tevens schenken zij binnen de omschreven grenzen van dit gebied de wateren met het visrecht, in het bijzonder in de Grauinnen Sloed, en de Mark tot halverwege de stroom met het visrecht en het recht om staalbomen te plaatsen, en staan de abdij toe de Grote Vorre af te dammen op voorwaarde dat zij een watergang aanleggen en onderhouden van de Grauinnen Sloed naar de Kleine Vorre.
- 1248 december 5
-
Rooms-koning Willem neemt naar het voorbeeld van zijn vader, graaf Floris IV van Holland, de abdij en de monniken van Ter Doest en al hun goederen in het graafschap Holland op in zijn bescherming, verleent hun tolvrijdom voor goederen bestemd voor eigen gebruik, stelt hun huidige, in Zeeland of elders in het graafschap gelegen goederen, voor altijd vrij van schot en vergunt hun het van de aldaar nog te verwerven goederen verschuldigde schot rechtstreeks af te dragen aan zijn rentmeesters en baljuwen tot het door hem vastgestelde bedrag, en bevestigt hen in het bezit van onder meer Heiligenberg.
- 1250 maart 15
-
Rooms-koning Willem verklaart dat hij de voogdij van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg en de aangrenzende dorpen nooit zal vervreemden, maar dat de inkomsten van de voogdij aan hem toekomen. Tevens verklaart hij dat de abdij en haar onderhorigen enkel de verschuldigde prestaties zullen leveren en neemt hiertoe abt, convent en hun boden op in zijn bescherming.
- 1250 mei 19
-
Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers met de voogdij over de goederen en de lieden van de abdij te Aalburg en de aangrenzende dorpen, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor één mark zilver. Tevens belooft hij de abdij en haar onderhorigen in bescherming te nemen.
- 1250 juni 9
-
Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers voor altijd met de voogdij van de goederen en de lieden van de abdij in en om Aalburg, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor 1 mark zilver, en zegt de abdij en haar onderhorigen bescherming toe tegen allen die hun schade mochten toebrengen.
- (1247 oktober 3 - 1256 januari 28)
-
Rooms-koning Willem stelt te Geertruidenberg een op maandag te houden weekmarkt in. (Deperditum)
- 1257 mei 4
-
Floris, ruwaard van Holland, bericht Frank van Kralingen, baljuw van Zuidholland, en diens opvolgers dat hij het door rooms-koning Willem ingestelde privilege van de op maandag te houden weekmarkt te Geertruidenberg vernieuwt, onder vaststelling van boeten op het overtreden van het marktrecht. (Deperditum)
- 1257 augustus 11
-
Floris, ruwaard van Holland, neemt voor 80 pond Hollands jaarlijks en op nader omschreven voorwaarden van Willem, abt van Sint-Truiden, voor drie jaar de hof van Aalburg in pacht met tienden, cijnzen, gebouwen en andere toebehoren alsmede de door de abt van hem in leen gehouden voogdij van die hof.
- 1276 juli 23
-
Floris V, graaf van Holland, gelast Willem van Strijen de abdij Ter Doest in het ongestoorde bezit te laten van het goed Heiligenberg dat destijds door Willems voorgangers aan de abdij was geschonken.
- 1277 maart 17
-
Floris V, graaf van Holland, doet uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Willem van Strijen anderzijds over het goed Heiligenberg, eertijds door Willems voorgangers aan de abdij geschonken, en bepaalt dat abt en convent in het ongestoorde genot van dat goed dienen te blijven en dat de abdij hiervoor aan Willem een rijpaard zal geven ter waarde van 70 pond Hollands of dat bedrag in geld.