Lijstweergave
- 1310 maart 6
-
Arnoud van Bilsen, deken van Cuijk, oorkondt dat Jan, prior van het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), en Jan van Maasbree, ridder, als voogd van zijn minderjarige neef Willem, een overeenkomst sluiten inzake het geschil over het patronaatsrecht van de kerk van Maasbree, waarbij bepaald wordt dat zij dit beurtelings zullen bezitten.
- 1310 maart 12
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Priker aan Hubert, zoon van Geertrui, een jaarlijkse erfcijns van tien schelling en twee penning verschuldigd is, gevestigd op zijn tuin nabij de stadsgracht te Grave, en bepalen op welke voorwaarde Dirk afstand kan doen van de tuin met bijbehorende cijns.
- 1310 juni 7
-
Willem de Boc, Jan van der Dussen, Jan van Rijswijk, ridders, Dirk de Borchgrave en Robijn Lodewijks Bokelerszn., knapen, leenmannen van Gerard, heer van Horn en Altena, oorkonden dat Vastraad Arnoudszn. van Giessen ten overstaan van hen afstand doet van alle goederen en rechten die hij en zijn voorouders houden van de heer van Horn en Altena, met uitzondering van Poederoijen, in ruil waarvoor Gerard, heer van Horn en Altena, Vastraad beleent met de rechtspraak te Giessen en Andel tot een bedrag van tien schelling.
- 1310 augustus 9
-
Theobald (van Bar), bisschop van Luik, verheft op verzoek van Margaretha, abdis van Thorn, de kerk te Geertruidenberg tot een kapittelkerk en regelt het aantal, de leefwijze en het onderhoud van de kanunniken.
- 1310 augustus 17
-
Schepenen van 's‑Hertogenbosch oorkonden dat Wouterzn. Luyten verkoopt aan Thomas Valant, burger van 's‑Hertogenbosch, een jaarlijkse erfpacht van één mud rogge Oerlese maat, gevestigd op vier stukken land onder Oerle. (Deperditum)
- 1310 december 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.
- 1310 december 21
-
Jan II, heer van Cuijk, knaap, hecht zijn goedkeuring aan de verkoop door Bodo van Uden aan het gasthuis te Grave van een rente d.d. 1310.12.13.
- 1311 maart 13
-
Jan II, heer van Cuijk, geeft aan abt en convent van Mariënweerd de watermolen te Mill met het water Meerstal en bijbehorende grond tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf schelling en verleent hen het recht om de watermolen af te breken en door een windmolen te vervangen.
- 1311 juni 9
-
Deken en kapittel van Geertruidenberg leggen de jaarlijkse verplichtingen vast jegens hun moederkerk, de abdij van Thorn.
- 1311 november 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Vosse aan Igram Coquus een jaarlijkse erfrente van 20 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoederen, waaronder die te Escharen.