Lijstweergave
- 1293 april 29
-
Jan, heer van Heusden, belooft aan abt en convent van Sint-Truiden geen inbreuk te plegen op hun recht op de Kerkdijk te Aalburg.
- [ca. 1292-1293]
-
Schout, schepenen en gemeente van Leiden delen aan Jan, heer van Heusden, ridder, de toltarieven mee die de Leidse kooplieden vanouds verschuldigd zijn bij de tol van Heusden en verzoeken hem die te handhaven.
- 1294 april 1
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Elizabeth van Beurghelen, poorteres van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne uit een jaarlijkse rente van twee mud, die zij verschuldigd waren aan Elizabeth, een jaarlijkse rente van een mud rogge zullen geven aan haar en een mud aan haar broer Jacob zolang zij leven en onder specifieke bepalingen, die onder meer betrekking hebben op haar goederen te Gemonde. Tevens beloven Jan en Elizabeth dat met deze regeling het geschil over de door Elizabeth aan de abdij overgedragen goederen te Hedikhuizen en haar arrestatie in het land van Heusden op last van de abdij beëindigd is en belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Elizabeth zal doen opstellen.
- 1294 augustus 6
-
Dirk, graaf van Kleef, belooft aan Jan, heer van Heusden, en zijn echtgenote dat hij Sophie, hun dochter, echtgenote van Willem, heer van Horn, zal belenen met het land van Heusden indien zij geen mannelijke erfgenaam hebben. (Deperditum)
- 1298 april 13
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Arnoud Haddo van Oudheusden verkoopt aan Gerard van Doeveren, priester, zijn huis en huisplaats met uitweg en aanhorigheden te Heusden, waarna deze het aan Arnoud geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling.
- 1303 januari 1
-
Meester Makarius van 's-Hertogenbosch, kanunnik van Luik, Hendrik van Rijkel, prior van Sint-Truiden, en Hessel van Drongelen, knaap van de heer van Heusden, doen als scheidslieden uitspraak in het geschil tussen Adam, abt van Sint-Truiden, en Jacob van Waalwijk, priester, enerzijds en Jan, heer van Heusden, en Wouter Tolreps anderzijds inzake het begevingsrecht van de kerk van Genderen.
- 1305 februari 27
-
Jan, heer van Heusden, ridder, belooft dat hij het erfgoed, overgedragen door vrouwe Jutta, echtgenote van Jan Brustijn, aan haar zoon Brustijn en diens vader Jan, zoals vastgelegd in een oorkonde van de schepenen van Heusden, zal vrijwaren van aanspraken.
- (vóór 27 februari 1305)
-
Schepenen (van Heusden) oorkonden dat vrouwe Jutta, echtgenote van Jan Brustijn, erfgoed overdraagt aan haar zoon Brustijn en diens vader Jan. (Deperditum)
- 1306 april 16
-
Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.
- 1308 juni 15
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan, heer van Drongelen, ridder, en zijn echtgenote Elizabeth samen met anderen aan Hendrik, pastoor van Eethen, hun erfgoederen te Meeuwen in cijns hebben gegeven ten behoeve van de prebende van de vicaris van de Mariakapel te Meeuwen. Tevens geven de vier provisoren van de kapel drie hofsteden rond de kapel aan Hendrik, waarna hij deze aan hen overdraagt tegen een jaarlijkse erfcijns van 25 schelling.