Lijstweergave
- (1166 december 25 -) 1167 (september 23)
-
Wierik, abt van Sint-Truiden, erkent en hernieuwt op verzoek van Regina en haar zonen Hendrik en Gerard de nagenoeg onleesbaar geworden oorkonde waarin Even, haar grootmoeder, zichzelf en haar nageslacht overdraagt aan het altaar van de heilige Trudo te Aalburg tegen een jaarlijkse hoofdcijns van één penning, zes penning bij het sluiten van een huwelijk en een keurmede van twaalf penning.
- (1157-1168)
-
Jordaan, proost van Oudmunster te Utrecht, geeft aan de abdij van Berne een hoeve te Bern, waar Gijsbert afstand van heeft gedaan, tegen dezelfde cijns en met hetzelfde recht als Gijsbert die van Oudmunster hield.
- 1186 april 7
-
Boudewijn V, graaf van Henegouwen, beslecht een geschil tussen Gobert, abt van Crespin, en Dirk, meier van Harmigny, waarbij onder meer bepaald wordt dat de meier aan de abt eens per jaar een paard en een knecht ter beschikking moet stellen wanneer deze zelf of een monnik namens hem naar Empel moet gaan.
- 1189
-
Gerard, proost van Zyfflich, bevestigt de ruil tussen Everard, abt van Berne, en de kerk van Zyfflich van de hoeve te Leuth met de hoeven die de abdij van Berne te Gaal en Maarsbergen van Zyfflich in cijns houdt.
- 1191
-
Hendrik, heer van Cuijk, draagt met instemming van zijn echtgenote Sofie en hun zoon Albert het allodium te Herpen op aan Hendrik I, hertog van Brabant, die het hem in leen geeft met een vergoeding van 40 mark Keuls en de tiend van Heesch.
- 1200 november 3
-
Hendrik I, hertog van Brabant, en Dirk VII, graaf van Holland, sluiten een verdrag inzake het land tussen Maas en Schelde, waarbij onder meer de graaf afziet van zijn aanspraken op Breda.
- 1222 september
-
Hendrik I, hertog van Brabant, sluit met Willem van Horn een overeenkomst over de twee betalingstermijnen van 300 mark Keuls die hij hem verschuldigd is voor het allodium Helmond en andere goederen in de Peel en belooft hem inzake de voogdij over goederen van Echternach een leenman te schenken. Dirk III, heer van Altena, staat borg voor de hertog.
- (1225 december 25 - ) 1226 (december 24)
-
Albert, heer van Cuijk, hernieuwt de schenking van een halve hoeve te Hal met aanhorigheden door Hendrik en Godfried II, graven van (Rietberg en) Arnsberg aan de abdij Mariënweerd en doet afstand van elk recht in die goederen of andere door de abdij door rechtmatige koop of schenking verkregen.
- 1236 september 15
-
Folpert van de Lek komt met Hendrik, heer van Cuijk, overeen dat, indien een zoon geboren wordt uit het huwelijk van Folpert met Margareta, zuster van Hendrik, deze de helft van zijn goederen in Holland zal erven en zal houden van de heren van wie Folpert ze houdt. Indien er een dochter wordt geboren, dan zal zij die helft houden van Folperts oudste zoon. Tevens wijst hij aan Margareta uit diezelfde goederen een jaarlijkse lijfrente toe van honderd pond Hollands en belooft dat de door hem gestelde borgen te Utrecht in leisting zullen gaan ingeval een en ander niet binnen twee jaar en zes weken zal zijn nagekomen.
- 1244 (april 1 - 1245 april 15)
-
Hendrik III, heer van Cuijk, schenkt aan de abdij Mariënweerd zijn deel in het patronaatsrecht van de kerk van Beesd, dat hij samen met het kapittel van Sint-Marie te Utrecht en de graaf van Gelre heeft.