Lijstweergave
- 1240 januari 10
-
Hendrik II, hertog van Brabant, staat aan zijn zuster Maria, gewezen keizerin, toe om de goederen van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg gedurende zeven jaar in pacht te houden en bepaalt dat deze goederen integraal aan de abdij terugvallen indien zij binnen deze periode komt te overlijden.
- 1242 juli 3
-
Thomas, abt, en het convent van Sint-Truiden geven aan Dirk genaamd Loef van Barendonk de tiend en de kapel van Baardwijk in erfpacht tegen een jaarlijkse betaling van anderhalve mark zilver en schenken hem het patronaatsrecht.
- 1247 januari 25
-
Thomas, abt, en het convent van Sint-Truiden geven aan de abdij van Berne de tiend van Bern en Herpt in pacht tegen een jaarlijkse rente van 21 mark Keuls en de levering van 21 zalmen en stellen onder meer de kerk van Heusden, die jaarlijks aan de kerk van Aalburg tien schelling Leuvens verschuldigd is, vrij van deze pacht. Tevens bepalen zij dat de abdij van Berne bij vacatie de pastoor van Herpt aan de abdij van Sint-Truiden zal presenteren.
- 1247 januari 25
-
Alard, abt, en het convent van Berne aanvaarden de verpachting met de pachtvoorwaarden van de tiend van Bern en Herpt door de abdij van Sint-Truiden en beloven de overeengekomen bepalingen na te leven.
- (1247 januari 26 - maart 29)
-
Otto, bisschop van Utrecht, hecht zijn goedkeuring aan de verpachting van de tiend van Bern en Herpt door de abdij van Sint-Truiden aan de abdij van Berne en zal, indien nodig, de abdij van Berne dwingen tot de jaarlijkse pachtbetaling van 21 mark Keuls en de levering van 21 zalmen.
- 1250 februari 23
-
Willem, abt van Sint-Truiden, en Engelbert, aartsdiaken van Luik, vidimeren een oorkonde van Thomas, abt, en convent van Sint-Truiden, d.d. 1242 juli 3, inzake de tiend van Baardwijk.
- 1250 maart 15
-
Rooms-koning Willem verklaart dat hij de voogdij van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg en de aangrenzende dorpen nooit zal vervreemden, maar dat de inkomsten van de voogdij aan hem toekomen. Tevens verklaart hij dat de abdij en haar onderhorigen enkel de verschuldigde prestaties zullen leveren en neemt hiertoe abt, convent en hun boden op in zijn bescherming.
- 1257 augustus 11
-
Floris, ruwaard van Holland, neemt voor 80 pond Hollands jaarlijks en op nader omschreven voorwaarden van Willem, abt van Sint-Truiden, voor drie jaar de hof van Aalburg in pacht met tienden, cijnzen, gebouwen en andere toebehoren alsmede de door de abt van hem in leen gehouden voogdij van die hof.
- 1257 augustus 29
-
Boudewijn, abt van Berne, en Jan, heer van Heusden, bepalen inzake het geschil tussen Wouter Bode van Herpt en Willem, abt van Sint-Truiden, over een tiend te Herpt dat de abt aan Wouter de tiend toestaat zolang hij leeft. Na zijn dood kunnen zijn erfgenamen geen aanspraak maken op deze tiend.
- 1257 augustus 29 en 31
-
Boudewijn, abt, Nicolaas, prior van Berne, en Jan, heer van Heusden, oorkonden dat Wouter Spirinch van Aalburg, ridder, en zijn echtgenote Isolde met instemming van Jan, als voogd van Isolde, hun onroerende goederen en rechten hebben geschonken en overgedragen aan de abdij van Sint-Truiden, op voorwaarde dat de broers van Isolde de tiend van Waspik en Capelle voor vijftig pond Hollands kunnen terugkopen. Jan, heer van Heusden, draagt hierbij vijf morgen land die Wouter van hem in leen hield, met instemming van zijn oudste zoon Jan, in vrij eigendom over aan abt en convent van Sint-Truiden.