< terug naar de lijst met oorkonden

Heer Gerard van Herlaar wordt uit de kerk verstoten, omdat hij belastingen van de kerk heeft ingepikt (17 april 1307)

Samenvatting
Lambert, de pastoor van Hedikhuizen, had zich bij de bisschop van Luik beklaagd over het feit dat de ridder heer Gerard van Herlaar samen met een aantal medeplichtigen en aanhangers met geweld de novale tienden (een vorm van belastingen) van Bokhoven ten onrechte voor zichzelf had opgeëist.
In deze oorkonde geeft de officiaal van Luik (de rechter van de kerkelijke rechtbank van het bisdom Luik) aan de deken (een priester die de leiding heeft over de andere priesters in zijn gebied) van Hilvarenbeek de opdracht om Gerard van Herlaar en zijn medeplichtigen uit de kerkgemeenschap te verstoten. Als zij hun misdaad niet binnen veertien dagen rechtzetten, moet de deken van Hilvarenbeek ook hun echtgenoten en huishoudens de toegang tot de kerk weigeren.

Achtergrondinformatie
Kerken en kloosters hadden vooral de taak om voor het godsdienstige welzijn van de mensen te zorgen, dat wil zeggen om ze te helpen zo te leven dat ze na hun dood welkom waren in de hemel.
Je zou zeggen dat ze zich dus niet zo met geld en macht bezig hoefden te houden. Maar in de praktijk lag dat anders. De kerken en kloosters waren rijk en machtig en dat wilden ze graag zo houden. Dat gold niet alleen voor de paus in Rome en de bisschoppen in hun fraaie paleizen, maar ook voor eenvoudige pastoors in kleine parochies (= de kerkgemeenschap in een dorp of stad). Zij kregen van gelovige mensen allerlei waardevolle zaken toegestopt, en soms zelfs hele stukken grond. In ruil daarvoor deden de pastoors in hun gebeden een goed woordje voor de gulle gevers bij God. Erg interessant voor zo'n pastoor waren vaste rechten die voor een jaarlijks inkomen in geld of goederen zorgden. Een daarvan waren de zogenaamde novale tienden, een soort belasting die de pastoor het recht gaf op een tiende deel van de opbrengst van nieuwe granen en groenten of nieuw ontgonnen grond.
Ridder Gerard, heer van Herlaar (zie zijn wapenschild rechtsboven), pikte de novale tienden van het gehucht Bokhoven in, waar Lambert, de pastoor van Hedikhuizen, officieel recht op had. Dat kwam Gerard duur te staan, want de rechter van het bisdom Luik, waar Bokhoven onderdeel van uitmaakte, gaf opdracht hem te excommuniceren. Dat wil zeggen dat Gerard van Herlaar niet langer meer lid van de katholieke kerk mocht zijn. Dat was wel zo'n beetje het ergste wat je in de middeleeuwen kon overkomen. Iedereen in Europa was lid van de kerkgemeenschap (met uitzondering van een beperkt aantal Joden). Als je verstoten werd, betekende dat niet alleen dat je een plekje in de hemel wel kon vergeten, maar ook je leven op aarde werd er mee geruïneerd. De wereldlijke machthebbers (hertogen, graven, stadsbesturen e.d.) konden je vogelvrij verklaren. Daarmee verloor je al je rechten en bezittingen.
Deze oorkonde is de eerste waarin het plaatsje Bokhoven genoemd wordt. In de jaren daarna groeide het uit tot een vrije heerlijkheid, dat wil zeggen een gebied waar de hertog van Brabant geen zeggenschap meer over had. De familie die de macht over Bokhoven kreeg, was... de familie Van Herlaar! De pastoor van Hedikhuizen mocht met het besluit van de Luikse rechter de eerste slag gewonnen hebben, maar de familie Van Herlaar trok dus uiteindelijk aan het langste eind. De excommunicatie zal zijn ingetrokken, Gerard van Herlaar zal boete gedaan hebben, maar hij bleef (of werd?) wel de baas van Bokhoven.

Tips voor een script
Bedenk hoe Gerard van Herlaar het voor elkaar kreeg om uit een zo goed als zeker verloren positie de zaak helemaal in zijn voordeel om te keren.
Wist hij soms een geheim over de pastoor waarmee hij hem kon chanteren?
Of gebruikte hij gewoon bruut geweld?

Over de oorkonde
Dit is een originele oorkonde op perkament uit 1307, die bewaard wordt in de Abdij van Berne in Bernheze.

De oorkonde is uitgegeven op de website van het DONB. Daar vind je de volledige Latijnse tekst, foto's waarop je kunt inzoomen en nog meer informatie over de oorkonde.

Het zegel van de officiaal van Luik dat oorspronkelijk onderaan de oorkonde hing, is verloren gegaan.

Op de achterkant van de oorkonde is nog in diezelfde veertiende eeuw geschreven: 'Littera de Hedenkuse et de domino de Herlaer' (brief over Hedikhuizen en de heer van Herlaar).

Links

< terug naar de lijst met oorkonden