Lijstweergave
- 1181 (maart 9 - 31)
-
Boudewijn, bisschop van Utrecht, bevestigt op verzoek van Nicolaas, abt van Sint-Truiden, Rudolf, bisschop van Luik, en Godfried, proost van Tiel, de abdij in het bezit van de kerk van Aalburg met de daaraan verbonden inkomsten.
- 1183 november 10
-
Paus Lucius III neemt de abdij van Sint-Truiden in bescherming en bevestigt haar in haar bezittingen en rechten, waaronder de kerk te Aalburg, zoals verleend door Boudewijn, bisschop van Utrecht, d.d. 1181 (maart 9-31).
- 1230 (december 25) - 1231 september 23
-
Wilbrand (van Oldenburg), bisschop van Utrecht, bevestigt de abdij Mariënweerd in haar bezittingen en rechten, onder meer te Mill en Hal.
- 1267 maart 1-31
-
Jan, proost van Tiel, stelt de bezoldiging van de pastoor te Aalburg door de abt van Sint-Truiden vast op twaalf pond Leuvens en verzoekt de landsheren de abt te beschermen tegen inbreuken op de goederen en tienden die behoren tot de kerk te Aalburg.
- 1267 juni
-
Boudewijn, abt, en de prior van Berne vidimeren de oorkonde van Jan, proost van Tiel, d.d. 1267.03.31(na 1267.03.00), inzake Aalburg.
- 1308 mei 15
-
Jan I, heer van Cuijk, oorkondt dat hij aan deken en kapittel te Grave ten behoeve van de door hem nieuw gestichte prebenden 58 morgen akkerland te Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen van Schonenburg en een jaarrente van 40 pond zwarte Tournoois uit zijn molens en de gruit te Grave schenkt, en dat de jaarrente van 40 pond uit de eerste betaling uit de molens en de gruit zal geschieden. Tevens draagt hij het benoemingsrecht van de kosterij en de scholen te Grave over aan deken en kapittel. Zijn zoon Jan, proost van Maastricht en Leuven, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk bezegelen mede.
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.