Vorige: 
Boudewijn, abt, Nicolaas, prior van Berne, en Jan, heer van Heusden, oorkonden dat Wouter Spirinch van Aalburg, ridder, en zijn echtgenote Isolde met instemming van Jan, als voogd van Isolde, hun onroerende goederen en rechten hebben geschonken en overgedragen aan de abdij van Sint-Truiden, op voorwaarde dat de broers van Isolde de tiend van Waspik en Capelle voor vijftig pond Hollands kunnen terugkopen. Jan, heer van Heusden, draagt hierbij vijf morgen land die Wouter van hem in leen hield, met instemming van zijn oudste zoon Jan, in vrij eigendom over aan abt en convent van Sint-Truiden.
A. Hasselt, RA, toegangsnr. 715, archief abdij van Sint-Truiden, inv. nr. 288.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: De Alburg et G. Spirinc. – 2o door 14e-eeuwse hand: F. XI.
Bezegeling: [SD1] uithangend bevestigd, maar verloren zegel, waarschijnlijk van Boudewijn, abt van Berne. – S2 uithangend bevestigd zegel van Willem, abt van Sint-Truiden, zwaar beschadigd, van witte was, met zwaar beschadigd CS2. – [SD3] uithangend bevestigd, maar verloren zegel, waarschijnlijk van Nicolaas, prior van Berne. – S4 uithangend bevestigd zegel van Jan, heer van Heusden, zwaar beschadigd, van witte was, met gaaf CS4.
a. Piot, Cartulaire I, 283-284, nr. 240, naar het dertiende-eeuws cartularium (gedateerd 29 en 31 augustus 1257). – b. Cerutti, Hoofdstukken, 142-26, nr. 26 (met vertaling), naar a.
Van Bavel, Regestenboek Berne, 13, nr. 53. – Grauwels, Regestenlijst, [z.p.], nr. 288.
Voor de jaarlijkse lijfrente die Wouter Spirinch en zijn echtgenote Isolde van de abdij ontvangen voor deze goederen, zie Van Synghel, DONB, nr. 1257.09.14.
Balduinusa, Dei gratia .. abbas, Nicholaus, prior Bernensis, Premonstratensis ordinis, et nobilis vir Iohannes, dominus de Hosedinne, universis presentes litteras visuris cognoscere veritatem.
In nostra presentia constituti vir nobilis Walterus, miles, de Alburg, dictus Spirinch, et Isalda, uxor sua, domum suam et mansionem et universa bona sua immobilia in terris, decimis et in universis aliis bonis, que ad presens possident vel que ad ipsum sive ad ipsam quocumque iure vel casu in posterum poterunt devenire, viris religiosis domino Wilhelmo, Dei gratia abbati, et conventui Sancti Trudonis in elemosinam contulerunt liberaliter propter Deum. Dictus vero Walterus, miles, illa bona que a suis predecessoribus habuit, dicto abbati Sancti Trudonis libere reportavit et effestucavit. Dicta vero uxor sua dictum Walterum, maritum suum, a nobis Iohanne, domino de Hosedinne, tutorem sive monbordum petivit et optinuit et ipsa cum dicto tutore suo illam partem bonorum, que eam contingebat, predicto eciam abbati reportavit et effestucavit, ita tamen quod fratres ipsius Isalde decimam quamdam, sitam in parrochia de Waspich et de Capella, pro quinquaginta libris Hollandensium redimere possint cum ad hoc habuerint facultatem. Nos vero Iohannes, dominus de Hosedinne, quinque iugera terre que dictus Walterus, miles, in feodo tenebat a nobis, de consensu Iohannis, primogeniti nostri filii, eidem abbati et ecclesie Sancti Trudonis allodialiter contulimus propter Deum.
Hiis interfuerunt: Gerardus et Walterus, sacerdotes de Berna, Iohannes de Hosedinne iunior predictus, Gerardus dictus Lupus, villicus, Theodericus de Gendern, Giselbertus de Dovern, scabini de Alburg; Boydinus et Arnoldus, fratres, Gerardus et Arnoldus de Wich, Petrus et Hermannus de Stertte, fratres; Nicholaus dictus Fanc, Godefridus et Henricus, carpentarii; item famuli predicti abbatis: Willelmus, Arnoldus, Nicholaus, Egidius et Petrus.
Acta sunt hec apud Alburg, in domo ipsius abbatis, coram predictis et multis aliis, mense augusto in die Decollationis beati Iohannis Baptiste, anno Domini Mo CCo Lmo septimo.
Hiis vero peractis, cum predictus dominus Iohannes de Hosedinne et filius suus predictus recessissent, predictus Walterus, miles, et Isalda, uxor sua, in ecclesia de Alburg coram altari predicta omnia ad maiorem cautelam iteraverunt et predicta bona sua, que ad presens possident et omnia illa que ad ipsos quocumque iure vel casu in posterum poterunt devenire, predictis virisb religiosis communiter et divisim in elemosinam contulerunt et effestucaverunt liberaliter propter Deum. .. Et abbas Sancti Trudonis predictus, accepta stola circa collum, predictam elemosinam acceptavit et auctoritate domini pape et privilegiorum sedis apostolice dictam elemosinam posuit sub protectione sedis eiusdem et sub pena excommunicationis inhibuit, ne aliquis ipsum et ecclesiam Sancti Trudonis super predicta elemosina audeat molestare.
Huic ultimo facto interfuimus nos Balduinus, abbas, et nos Nicholaus, prior, et Gerardus et Walterus, fratres nostri predicti, et multi alii de predictis.
Acta sunt hec anno, mense et die predictis.
In cuius rei testimonium presentes litteras sigillis nostris cum sigillo predicti abbatis Sancti Trudonis fecimus roborari.
Datum anno et mense predictis, in vigilia beati Egidiic.
- Boudewijn, abt van Berne
- •
- Nicolaas, prior van Berne
- •
- Premonstratenzerorde
- •
- Jan, heer van Heusden
- •
- Wouter Spirinch van Aalburg, ridder
- •
- Isolde, echtgenote van Wouter Spirinch van Aalburg
- •
- Willem, abt van Sint-Truiden
- •
- convent van Sint-Truiden
- •
- Waspik
- •
- Capelle
- •
- Jan van Heusden, oudste zoon van Jan, heer van Heusden
- •
- Gerard, priester van Berne
- •
- Wouter, priester van Berne
- •
- Gerard Lupus, schout
- •
- Dirk van Genderen, schepen van Aalburg
- •
- Gijsbert van Doeveren, schepen van Aalburg
- •
- Boudewijn, broer van Arnoud
- •
- Arnoud, broer van Boudewijn
- •
- Gerard van Wijk
- •
- Arnoud van Wijk
- •
- Peter van Stertte, broer van Herman
- •
- Herman van Stertte, broer van Peter
- •
- Nicolaas Fanc
- •
- Godfried, timmerman
- •
- Hendrik, timmerman
- •
- Willem, knecht van de abt van Berne
- •
- Arnoud, knecht van de abt van Berne
- •
- Nicolaas, knecht van de abt van Berne
- •
- Gillis, knecht van de abt van Berne
- •
- Peter, knecht van de abt van Berne
- •
- woning van de abt van Sint-Truiden te Aalburg
- •
- kerk van Aalburg
