U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 13 oorkonden
1257 augustus 29 en 31

Boudewijn, abt, Nicolaas, prior van Berne, en Jan, heer van Heusden, oorkonden dat Wouter Spirinch van Aalburg, ridder, en zijn echtgenote Isolde met instemming van Jan, als voogd van Isolde, hun onroerende goederen en rechten hebben geschonken en overgedragen aan de abdij van Sint-Truiden, op voorwaarde dat de broers van Isolde de tiend van Waspik en Capelle voor vijftig pond Hollands kunnen terugkopen. Jan, heer van Heusden, draagt hierbij vijf morgen land die Wouter van hem in leen hield, met instemming van zijn oudste zoon Jan, in vrij eigendom over aan abt en convent van Sint-Truiden.

1273 maart 16

Jan, heer van Megen, verzoekt aan deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht door middel van een oorkonde hun goedkeuring te hechten aan de verkoop van de opbrengst van de tiend van Megen van zestien jaar, die hij van het kapittel in pacht houdt, aan Hendrik van Uden en Nicolaas Lillart, burgers van ’s-Hertogenbosch.

1274 maart 16

Nicolaas Lillart, Gerard, zoon van Hendrik Graet, de weduwe van Hendrik en de andere zonen van Hendrik Graet, burgers van ’s-Hertogenbosch, verklaren dat zij de tiend van Megen voor een periode van vijftien jaar hebben gepacht van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht tegen een jaarlijkse som van drie mark Keuls en dat zij prior en convent van het Wilhelmietenklooster Porta Celi te ’s-Hertogenbosch als borgen voor de betaling en de betalingsvoorwaarden hebben aangesteld en dit verklaren onder het zegel van prior en convent.

1294 april 1

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Jacob van Beurghelen, poorter van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne aan Jacob jaarlijks vijf pond Leuvens, een mud rogge en een mud gerst zullen geven zolang hij leeft en niet meer zullen terugkomen op geleden schade en waarbij Jacob afziet van zijn aanspraken op eerder overgedragen goederen te Hedikhuizen aan de abdij. Tevens belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Jacob zal doen opstellen.

1294 april 1

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Elizabeth van Beurghelen, poorteres van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne uit een jaarlijkse rente van twee mud, die zij verschuldigd waren aan Elizabeth, een jaarlijkse rente van een mud rogge zullen geven aan haar en een mud aan haar broer Jacob zolang zij leven en onder specifieke bepalingen, die onder meer betrekking hebben op haar goederen te Gemonde. Tevens beloven Jan en Elizabeth dat met deze regeling het geschil over de door Elizabeth aan de abdij overgedragen goederen te Hedikhuizen en haar arrestatie in het land van Heusden op last van de abdij beëindigd is en belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Elizabeth zal doen opstellen.

1295 januari 15

Floris V, graaf van Holland en Zeeland, en heer van Friesland, doet na het overlijden van Willem, heer van Strijen, uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Nicolaas, (heer) van Putten, rechtsopvolger en schoonzoon van Willem, anderzijds, en wijst Heiligenberg als vrij eigen goed toe aan de abdij, met uitzondering van de hoge rechtsmacht die toekomt aan Nicolaas, zijn echtgenote en hun nakomelingen. De abdij betaalt aan Nicolaas honderd pond nieuw Hollands en zal twee priesters aanwijzen die te Krabbendijke of in een te bouwen kapel te Heiligenberg de missen zullen opdragen voor het zielenheil van de voorouders van Willem, heer van Strijen, en Floris III.

1297 juni 28

Nicolaas, (heer) van Putten, en zijn echtgenote Aleid, dochter van Willem, heer van Strijen, beloven zich te houden aan de uitspraak, gedaan door Floris V, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, d.d. 15 januari 1295, inzake de rechten van Nicolaas en de abdij van Ter Doest op het goed Heiligenberg. Jan I, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, bezegelt mede.

1297 juni 30

Schepenen van Overdrage en Niervaart oorkonden dat Jacob de Kok en veertien andere personen hun eigendommen en rechten te Heiligenberg, toebehorend aan de abdij Ter Doest, hebben opgedragen aan Ywein, drossaard van Nicolaas, (heer) van Putten, en dat Ywein deze aan Winnok, rentmeester, en Hendrik van Bredene, monniken van Ter Doest, overdraagt ten behoeve van de abdij.

1297 (april 12-1298 april 4)

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Arnoud Pape van Heeswijk een jaarlijkse erfcijns van 7 schelling en 6 penning Leuvens, gevestigd op goederen te Geldrop van Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch en echtgenoot van Bata Bicken, verkocht heeft aan Jan.

130[2] augustus 5

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Nicolaas, zoon van H. van Rosmalen, zijn grond te Rosmalen met de daarop rustende verplichtingen verkocht heeft aan Gijsbert genaamd Gijb van Gestel.

Document acties