Lijstweergave
- 1281 september 6
-
Jan, heer van Heusden, verkoopt aan abt en convent van Berne en aan de parochies Herpt, Luttel-Herpt, Hedikhuizen en Vlijmen een waterloop die door Nedershem loopt en treft een aantal waterhuishoudkundige regelingen.
- 1282 maart 19
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan Rumschotel aan abt en convent van Berne zeven morgen land op zes nader genoemde locaties bij Heusden met de dijken opdraagt met akkerland, waarna abt en convent dit tegen een jaarlijkse erfpacht van vier mud rogge aan Jan geven.
- 1282 maart 19
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan Rumschotel aan abt en convent van Berne vrijwaring belooft voor de zeven morgen land (op zes nader genoemde locaties bij Heusden) die hij opgedragen heeft en tegen een jaarlijkse erfpacht van vier mud tarwe ontvangen heeft, en dat hij degenen die het vruchtgebruik hebben afstand zal laten doen over vier jaar onder zekerstelling van zijn huis en erf.
- 1283 juli 20
-
Jan, heer van Heusden, ridder, oorkondt ten overstaan van hemzelf, zijn leenmannen en de schepenen van Heusden dat heer Dirk van Heusden, ridder, zijn oom, drie en een halve hoeve te Oudheusden die deze van hem in leen hield, aan Wouter, abt, en het convent van Berne verkocht heeft voor 240 pond Leuvens en dat Machteld, echtgenote van Dirk, afstand heeft gedaan van haar vruchtgebruik.
- 1284 augustus 3
-
Brustijn, schepen en vice-schout van Grave, en schepenen van Grave oorkonden dat Hille, dochter van Gozewijn van Mill, haar roerende en onroerende goederen zeven jaar eerder aan de abdij Mariënweerd heeft geschonken en dat zij deze schenking samen met haar voogd, Jan Neve, inwoner van Mill, hernieuwt.
- 1284 augustus 11
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan Rumschotel en zijn echtgenote Jutta aan abt en convent van Berne zeven hond land, genaamd de Oislaghe, schenken.
- 1285 oktober 1-31
-
Willem, abt van Sint-Truiden, Willem van Wijtfliet en de gemeenschap van Babiloniënbroek wijzen scheidslieden aan in hun geschil over het patronaatsrecht van de kerk van Babiloniënbroek.
- 1286 april 22
-
Parochianen en gemeenschap van Babiloniënbroek erkennen in hun geschil met abt en convent van Sint-Truiden dat het patronaats- en presentatierecht van hun kerk aan abt en convent toekomt.
- 1287 mei
-
Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, en zijn echtgenote Hadewijch geven ten overstaan van de schepenen van Zevenbergen aan Willem Betten (van Aardenburg) ten behoeve van het Sint-Janshospitaal te Brugge honderd bunder moer te Zevenbergen tegen een jaarlijkse erfcijns van achttien penning Hollands per bunder met de verplichting tot het betalen van drie penning Hollands per last gedolven turf en stellen het Sint-Janshospitaal vrij van alle overige diensten en afdrachten, met uitzondering van het aandeel in de waterschapslasten. Tevens verbinden Willem en Hadewijch zich ertoe op eigen kosten openbare wegen aan te leggen. Willem, heer van Strijen, bekrachtigt de overeenkomst en bezegelt mede, samen met Wolfert van Borsele, Gerard van Wieldrecht, Gillis van Wendelnesse en de schepenen van Zevenbergen.
- 1287 juli 7
-
Walram, heer van Valkenburg, doet met Philippa, zijn echtgenote, ten gunste van Reinoud I, graaf van Gelre, afstand van al het recht dat hun toekomt op bepaalde sommen geld, die wijlen de heer van Cuijk en zijn echtgenote, zuster van genoemde Philippa, hem verschuldigd zijn vanwege de lijftocht van deze. (Deperditum)