U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 143 oorkonden
1307 mei 7

Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps alias van Gameren en zijn echtgenote Hiskiena verklaren dat zij na hun dood aan het gasthuis te Grave en aan de Tafel van de Heilige Geest aldaar hun erfgoed te Haps schenken, op voorwaarde dat de rectoren van beide instellingen hun jaargetijde en dat van Wouter, broer van Jacob, vieren.

1307 mei 25

Schepenen van Grave oorkonden dat Mathias, zoon van Mathias van Laar, aan zijn broer Bado, geestelijke, een jaarlijkse erfcijns van tien schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed binnen de muren van Grave.

1307 juni 26

Schepenen van Grave oorkonden dat Jan, zoon van Arnoud Blome, schenkt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse rente van twintig schelling, gevestigd op een huis en erf en op twee weiden te Cuijk, afkomstig uit het testament van Jacob van Haps en dat Jan daarvan aan het gasthuis te Grave tien schelling geeft, aan de pastoor van Cuijk vijf schelling voor het jaargetijde van Jacob en aan de kerk van Cuijk vijf schelling voor de verlichting.

1307 september 29

Schepenen van Grave oorkonden dat Heinman Faber verkoopt aan Willem, zoon van Hendrik Haec, ten behoeve van het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonhuis te Grave

1307 november 18

Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van schepenen, gezworenen en poorters van Grave aan Jan, zoon van Lidekin, Ywein en Gijsbert, zonen van Gijsbert Gruter, Arnoud Lauwart, Willem van Wijchen, Jan Minnensone en Hubert, zoon van Geertrui, ten voordele van de inwoners van Grave gemene gronden te Grave geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van 40 pond zwarte Tournoois, onder diverse voorwaarden met betrekking tot het dijkonderhoud en het recht van overpad naar de visplaats.

1308 april 20

Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.

1308 mei 15

Jan I, heer van Cuijk, oorkondt dat hij aan deken en kapittel te Grave ten behoeve van de door hem nieuw gestichte prebenden 58 morgen akkerland te Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen van Schonenburg en een jaarrente van 40 pond zwarte Tournoois uit zijn molens en de gruit te Grave schenkt, en dat de jaarrente van 40 pond uit de eerste betaling uit de molens en de gruit zal geschieden. Tevens draagt hij het benoemingsrecht van de kosterij en de scholen te Grave over aan deken en kapittel. Zijn zoon Jan, proost van Maastricht en Leuven, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk bezegelen mede.

1308 mei 23

Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.

1308 juni 15

Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan, heer van Drongelen, ridder, en zijn echtgenote Elizabeth samen met anderen aan Hendrik, pastoor van Eethen, hun erfgoederen te Meeuwen in cijns hebben gegeven ten behoeve van de prebende van de vicaris van de Mariakapel te Meeuwen. Tevens geven de vier provisoren van de kapel drie hofsteden rond de kapel aan Hendrik, waarna hij deze aan hen overdraagt tegen een jaarlijkse erfcijns van 25 schelling.

1308 november 11

Robijn, deken, en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht en Willem, heer van Boxtel, benoemen Jan van Cuijk, proost, Robert, deken, en Lodewijk, rentmeester van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, tot scheidsrechters in hun geschil inzake de jurisdictie over Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille.

Document acties