Lijstweergave
- 1257 juni 21
-
Pieter van Meer en zijn zoon Wouter schenken aan de Sint-Michielsabdij te Antwerpen het patronaatsrecht van de kerk van Meer; op hun verzoek bezegelen het kapittel van Hilvarenbeek en W., landdeken van Hilvarenbeek, mede.
- 1257 augustus 29 en 31
-
Boudewijn, abt, Nicolaas, prior van Berne, en Jan, heer van Heusden, oorkonden dat Wouter Spirinch van Aalburg, ridder, en zijn echtgenote Isolde met instemming van Jan, als voogd van Isolde, hun onroerende goederen en rechten hebben geschonken en overgedragen aan de abdij van Sint-Truiden, op voorwaarde dat de broers van Isolde de tiend van Waspik en Capelle voor vijftig pond Hollands kunnen terugkopen. Jan, heer van Heusden, draagt hierbij vijf morgen land die Wouter van hem in leen hield, met instemming van zijn oudste zoon Jan, in vrij eigendom over aan abt en convent van Sint-Truiden.
- 1265 april 29
-
Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1274 maart 16
-
Nicolaas Lillart, Gerard, zoon van Hendrik Graet, de weduwe van Hendrik en de andere zonen van Hendrik Graet, burgers van ’s-Hertogenbosch, verklaren dat zij de tiend van Megen voor een periode van vijftien jaar hebben gepacht van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht tegen een jaarlijkse som van drie mark Keuls en dat zij prior en convent van het Wilhelmietenklooster Porta Celi te ’s-Hertogenbosch als borgen voor de betaling en de betalingsvoorwaarden hebben aangesteld en dit verklaren onder het zegel van prior en convent.
- 1277 juni 23
-
Robert, ridder van Heesbeen, en Jan, heer van Heusden, staan de inwoners van Aalburg die goederen bezitten te Hufslag, Enge en Vergede toe om een waterloop te graven tot aan de oude waterloop van Heesbeen en leggen de bijbehorende voorwaarden vast.
- 1281 januari 10
-
Schepenen van Sint-Truiden en leenmannen van de abt van Sint-Truiden beslechten het geschil tussen de abt van Sint-Truiden en Jan van Herpt, zoon van Wouter Bode, inzake een tiend te Herpt en bepalen dat Jan geen enkel recht heeft in deze tiend.
- 1283 juli 20
-
Jan, heer van Heusden, ridder, oorkondt ten overstaan van hemzelf, zijn leenmannen en de schepenen van Heusden dat heer Dirk van Heusden, ridder, zijn oom, drie en een halve hoeve te Oudheusden die deze van hem in leen hield, aan Wouter, abt, en het convent van Berne verkocht heeft voor 240 pond Leuvens en dat Machteld, echtgenote van Dirk, afstand heeft gedaan van haar vruchtgebruik.
- 1291 mei 1
-
Jan I, heer van Cuijk, schenkt voor de opvang van de armen in een gasthuis te Grave en de bouw van een altaar aldaar een jaarlijkse rente van twintig pond Leuvens uit zijn cijnzen en tienden te Grave alsmede een jaarlijkse rente van vijf pond van Wellen van Gennep, bestemt vijftien pond daarvan voor het opdragen van de dagelijkse H. Mis op het altaar en wijst de bediening toe aan Hendrik van Grave, zoon van Hubert, priester. Zolang de bouw van het gasthuis niet voltooid is, zal de mis in de parochiekerk te Grave opgedragen worden.
- 1291 oktober 1
-
Jan I, heer van Cuijk, verzoekt Jan, bisschop van Luik, om zijn goedkeuring te hechten aan de stichting van het gasthuis en het altaar te Grave, zoals vastgelegd in een oorkonde d.d. 1291.05.01.
- 1296 mei 2
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik Brokehoven erkend heeft dat hij zijn goederen te Geldrop, gekocht van Arnoud genaamd Nolleken Dicbier, verkocht heeft aan Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch, echtgenoot van Bata Bicken, en dat hij beloofd heeft Jan in deze goederen te vesten ten overstaan van de geëigende hoven.